landschap met schapen © Veronique De Smedt

Fortengordels

BE2100045 - Historische fortengordels van Antwerpen als vleermuizenhabitat

1 Inleiding

Het Natura 2000-netwerk is een samenhangend Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. Deze zijn aangewezen op basis van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen om Europees beschermde habitattypes en soorten de kans te geven duurzaam te overleven en zo de Europese biodiversiteit te bewaren. In Vlaanderen zijn 62 Natura 2000-gebieden aangeduid, ook speciale beschermingszones (hierna: SBZ) genoemd. Deze gebieden zijn essentieel voor het bereiken van de gunstige staat van instandhouding van Europees te beschermen habitats en soorten. Voor Vlaanderen gaat het om 47 habitattypes, 49 dier- en plantensoorten en 58 vogelsoorten. 

Alle lidstaten van de Europese Unie zijn verplicht om de nodige maatregelen te nemen om een ‘gunstige staat van instandhouding’ te realiseren voor Europees te beschermen habitats en soorten. Om deze maatregelen in te vullen heeft de Vlaamse Regering instandhoudingsdoelstellingen (hierna: doelen) op Vlaams niveau en per SBZ bepaald. Op Vlaams niveau zijn dit de zogenaamde gewestelijke instandhoudingsdoelstellingen (hierna: G-IHD) en per SBZ zijn dit de zogenaamde specifieke instandhoudingsdoelstellingen (hierna: S-IHD). Deze S-IHD zijn, na een intensief overlegproces tussen 2010 en 2013, vastgesteld in aanwijzingsbesluiten (de S-IHD-besluiten) door de Vlaamse Regering op 23 april 2014. 

De realisatie van de doelen wordt gefaseerd en programmatisch aangepakt. Vlaanderen moet elke zes jaar aan Europa rapporteren, daarom is ook voor de realisatie gekozen voor cycli van maximaal zes jaar. Per cyclus of planperiode wordt een Vlaams Natura 2000-programma opgemaakt met een Vlaamse taakstelling en acties voor de komende periode. Het programma omschrijft ook welke organisaties betrokken zijn en geeft een raming van de uitgaven voor de uitvoering van het programma.  

Focus Vlaams Natura 2000 programma 2016–2020

Omdat Vlaanderen in 2020 aan Europa moet rapporteren, loopt de eerste cyclus van het Vlaams Natura 2000-programma van 2016 tot 2020. Op het moment van publicatie van dit voortgangsdocument bestaat er nog geen nieuw Vlaams Natura 2000-programma voor de volgende planperiode (2021-2026), zodat het bestaande programma volgens de regelgeving geldig blijft.  

Voor deze eerste cyclus is vertrokken van de Europese Biodiversiteitsstrategie 2020 en van het Pact 2020. In het Vlaams Natura 2000-programma zijn een bindende en een richtinggevende taakstelling geformuleerd als een gefaseerd kader voor de realisatie van de doelen.

Het bindend deel van de taakstelling in het Vlaams Natura 2000-programma omvat:

  • het stoppen of vermijden van de verdere achteruitgang van Europees te beschermen habitattypes of soorten (stand still);
  • dat 16 van de 47 Europees te beschermen habitattypes in een gunstige staat verkeren of zijn verbeterd ten opzichte van 2007 (zie bijlage 5 van het Vlaams Natura 2000-programma).

Het bindend deel van de taakstelling moet tegen 2020 worden gerealiseerd.

Het richtinggevende deel van deze taakstelling omvat:

  • dat tegen 2020 voor alle Europees te beschermen habitattypes en soorten samen 70% van de inspanningen operationeel zijn, zodat alle habitats en soorten in een gunstige staat van instandhouding kunnen worden gebracht tegen 2050. Voor soorten die extra oppervlakte leefgebied nodig hebben, moet een derde van de extra oppervlakte gerealiseerd zijn door inrichting en beheer.

De maatregelen nodig om het richtinggevende deel van de taakstelling te realiseren, kunnen al in deze planperiode opgestart worden of, indien al in planning of uitvoering, verder lopen. Deze maatregelen moeten niet noodzakelijk afgerond zijn tijdens de looptijd. In de inspanningsmatrix (hoofdstuk 4 van het voortgangsdocument) is voor elke actie aangegeven of deze behoort tot het bindend of het richtinggevend deel van taakstelling van het Vlaams Natura 2000-programma.

Doelstelling van het voortgangsdocument

Het voortgangsdocument wordt opgemaakt met het oog op:

  • het gradueel realiseren van de S-IHD;
  • het vermijden of stoppen van de verslechtering van de Europees te beschermen habitats en de leefgebieden van Europees te beschermen soorten;
  • het vermijden of het stoppen van de betekenisvolle verstoring van de Europees te beschermen soorten.

Het Agentschap voor Natuur en Bos (hierna: het ANB) maakt het voortgangsdocument op en beheert het. Dit voortgangsdocument beschrijft de inspanningen die volgens de inventaris hiervan in 2017 geleverd worden door de organisaties voor wie het beheren en ontwikkelen van natuur een maatschappelijke opdracht is. Dit zijn het ANB, de verschillende openbare besturen en de erkende terreinbeherende verenigingen. Tevens biedt het een overzicht van de openstaande taakstelling en van de acties die, volgens de huidige plannen en inzichten, nodig zijn voor de realisatie ervan. Zo vormt het voortgangsdocument het vertrekpunt en de inspiratiebron voor het bereiken van de doelen voor iedereen die daaraan kan bijdragen.

Situering van het SBZ

2 Taakstelling

Voor elke SBZ werden door de Vlaamse Regering de specifieke doelen voor Europees te beschermen habitats en soorten en de prioritaire inspanningen vastgesteld in een S-IHD-besluit. Deze doelen worden in dit voortgangsdocument weergegeven in hoofdstuk 2.1. Deze zijn daarbij geclusterd in landschapstypes. Per Europees te beschermen soort en habitat zijn het gebiedsgericht kwantiteitsdoel (populaties of oppervlakten) en kwaliteitsdoel beschreven. Hoofdstuk 2.2 geeft prioritaire inspanningen weer, die in het S-IHD-besluit vastgesteld zijn voor het realiseren van de doelen. 

2.1 Doelen

Legende bij de oppervlakte-, populatie- en kwaliteitsdoelen

Symbool

Omschrijving

+

Het doel is een stijging van de oppervlakte of populatiegrootte / een verbetering van de kwaliteit.

=

Het minimale doel is het behoud van de oppervlakte of populatiegrootte / het behoud van de kwaliteit.

=/+

Het minimale doel is het behoud van de oppervlakte of populatiegrootte / het behoud van de kwaliteit met lokale uitbreidingsmogelijkheid.

=/-

Het minimale doel is het behoud van de oppervlakte of populatiegrootte / het behoud van de kwaliteit met lokale inkrimpingsmogelijkheid.

In onderstaande tabel met de doelen voor het SBZ worden doelstellingen voor enerzijds het gedeelte dat habitatrichtlijngebied is en anderzijds het gedeelte dat 'zuiver vogelrichtlijngebied' (lees: enkel vogelrichtlijngebied en geen habitatrichtlijngebied) is, niet onderscheiden, maar geïntegreerd. Aan de drie criteria die tegelijk vervuld dienen te zijn om deze doelen voor beide ruimtelijk afgebakende gebieden van elkaar te onderscheiden, werd immers niet voldaan. De drie criteria zijn: 

  • het zuiver vogelrichtlijngebied handelt over een relevante oppervlakte; 

  • het betreft in dit gebied relevante doelstellingen doelen en; 

  • de doelen die in het gedeelte dat zuiver vogelrichtlijngebied is, gerealiseerd dienen te worden, zijn (reeds in dit stadium) bekend.] 

Vleermuisverblijfplaatsen

De forten (en één schans) vormen de belangrijkste elementen binnen het gebied. In deze forten overwinteren elk jaar van 1 september tot 30 april enkele duizenden vleermuizen van 12 verschillende soorten. Ook in de zomerperiode zijn de objecten van belang als zwermplaats en zomerverblijfplaats (kraamkolonies en zomerverblijfplaats).

In de volledige Antwerpse fortengordels worden tot ongeveer 6.800 overwinterende vleermuizen geteld. In de hier besproken 19 forten en één schans worden er tot ongeveer 4.300 geteld. Het werkelijke aantal overwinterende dieren ligt door de zoekfout (t.g.v. onbereikbare zones, diepe spleten, …) voor overwinteringsobjecten als forten hoogstwaarschijnlijk tussen de 30 à 50% hoger dan het getelde aantal (Limpens, H.J.G.A. et al., 2007). Meer dan de helft van de jaarlijks getelde vleermuizen die overwinteren in forten, groeven en andere ondergrondse objecten (± 11.500 dieren in heel Vlaanderen) worden waargenomen in de fortengordels rond Antwerpen (hele gordel dus ook buiten SBZ). Zowel naar aantal als naar soortenrijkdom van vleermuizen zijn deze fortengordels van Europees belang (ter illustratie: in geheel Nederland worden er jaarlijks ongeveer 13.000 overwinterende dieren geteld (Limpens, H.J.G.A. et al., 2007)).

De forten zijn niet alleen bijzonder belangrijk als overwinteringsplaats voor vleermuizen; buiten het winterseizoen zijn ze ook essentieel als zwermplaats en zijn ze belangrijk als zomerkolonieplaats (zowel kraamkolonies als zomerverblijfplaatsen). Verstoring door recreatieve activiteiten en slechte omgevingsomstandigheden door niet goed uitgevoerde restauratiewerken zijn knelpunten voor vleermuizen. Concreet worden dergelijke problemen vastgesteld voor o.a. fort 2, fort Bornem en fort Liezele met als gevolg een belangrijke verstoring van de overwinteringsplekken en hoogstwaarschijnlijk ook van het zwermgedrag. Knelpunt kan ook zijn dat bepaalde forten op zeer lange termijn dreigen te vervallen en zo niet enkel als cultuurhistorisch object maar ook als verblijfplaats voor vleermuizen (winter en zwerm) dreigen te verdwijnen. Concreet zal vooral de monitoring bemoeilijkt worden.

Het SBZ Historische fortengordels rond Antwerpen is essentieel voor de goede staat van instandhouding van de besproken vleermuissoorten. Door het groot aantal forten, schansen en bunkers en de connectiviteit die bestaat tussen de verschillende objecten overstijgt het belang van het geheel van het SBZ (voortplanting, genenuitwisseling..) de waarde van de som van de individuele objecten. Ook de kwetsbaarheid van het geheel van de populaties daalt met het grote aanbod van stabiele overwinteringsplaatsen indien er een goede connectiviteit bestaat tussen de verschillende overwinteringsplaatsen. Bovendien sluiten de forten in het SBZ aan bij forten in andere habitatrichtlijngebieden (fort Oelegem, fort Brasschaat en Schans van Schilde) en bij niet aangemelde forten (o.a. fort ‘s Gravenwezel, fort 8, fort Midzelen, fort 4, fort 6, Schans Bosbeek, Schans Dorpveld, …) en bunkers.

Aangezien momenteel grosso modo 50% van de getelde populatie vleermuizen in het grotere netwerk van de fortengordels geteld wordt, kan algemeen gesteld worden dat de doelstelling voor het volledige netwerk moet bestaan uit 50% van een Vlaamse overwinteringspopulatie waarvoor de goede staat van instandhouding voor het populatiecriterium uit de LSVI-tabellen [*] (Adriaens et al. 2008 ) bereikt wordt voor de besproken vleermuizen. Specifiek komt dit neer op een overwinteringspopulatie van 4000 Watervleermuizen, 2000 Brandt/Baard-vleermuizen, 1600 Franjestaarten, 750 Ingekorven vleermuizen en 50 Meervleermuizen.

Deze aantallen kunnen – omwille van een aantal redenen – niet gespecificeerd worden naar aantallen voor het habitatrichtlijngebied of per deelgebied. Zo omvat het habitatrichtlijngebied niet alle forten van het netwerk waarin vleermuizen voorkomen. Daarnaast is het ook belangrijk te vermelden dat de verspreiding van de vleermuizen over de forten kan variëren over de jaren. De verwachte aantallen zwermende en overwinterende vleermuizen in het SBZ hangen bovendien af van een groot aantal variabelen buiten het habitatrichtlijngebied (kwaliteit foerageergebieden, aanwezigheid en/of verstoring van migratieroutes, populatiegroottes in het buitenland, … ). Hierdoor is het niet mogelijk om effectieve overwinteringspopulaties te voorspellen.

Uit voorgaande blijkt dat de doelstellingen voor dit habitatrichtlijngebied zich dus niet kunnen beperken tot aantaldoelstellingen voor vleermuissoorten binnen het SBZ-H of een bepaald deelgebied op zich.

De doelstellingen kunnen beter geformuleerd worden als kwaliteitsdoelstellingen voor de overwinterings- en zwermhabitats (i.e. forten) gelegen binnen dit habitatrichtlijngebied. Voor de forten als vleermuisverblijfplaats wordt gestreefd naar een optimaal microklimaat. De kwaliteitseisen van verschillende vleermuissoorten verschillen. Hierdoor is een variatie aan omstandigheden binnen volgende ranges noodzakelijk:

 

  • zones met variatie in temperatuur tussen 0°C en 10°C, die zowel droog als nat zijn;
  • natte en koudere zones met constante temperatuur rond de 5°C;
  • natte en warmere zones met temperatuur tussen de 7°C tot 11°C.

 

Doelstelling is ook dat de nodige rust wordt geboden aan de vleermuispopulaties. Daarom is het voor een goede staat van instandhouding cruciaal dat belangrijke winterverblijfzones en aanpalende delen tijdens de wintermaanden (van 1 september tot 30 april) en zwermzones tijdens de zwermperiode (van 1 augustus tot 30 september) niet toegankelijk zijn (m.u.v. vleermuisonderzoek en dringende veiligheidsinspecties). In geval dat het voorkomen van zeer zeldzame overwinterende soorten, of zomerkolonies van bepaalde soorten gekend zijn, kan deze periode worden uitgebreid (bv. overwinterende Ingekorven vleermuizen: verblijfplaatsen ontoegankelijk van 15 augustus tot 15 mei; zomerkolonie in een fort: kolonieperiode ontoegankelijk).

[*] In de LSVI tabellen wordt voor de verschillende vleermuissoorten een totale overwinteringspopulatie tot doel gesteld. Bovenstaande redenering stelt dat de fortengordel hiervan minstens 50% moet verzekeren.

Soorten - Vleermuisverblijfplaatsen

Soort Populatiedoelstelling Kwaliteitdoelstelling
Doel + +
Brandts vleermuis/Gewone baardvleermuis, Franjestaart, Watervleermuis Omschrijving

Behoud of toename van de overwinteringspopulatie in de fortengroep vermeld bij Ingekorven vleermuis en Meervleermuis en in volgende fortengroep:

  • fort Haasdonk
  • fort Walem
  • fort 7 (Wilrijk)
  • Schans Smoutakker
  • Fort Ertbrand
  • fort 2 (Wommelgem)
  • fort 5 (Edegem)

Behouden, verbeteren en bufferen van het geschikt microklimaat in vermelde forten zodat aan volgende kwaliteitseisen voldaan is:

  • geen verstoring van de betreffende soorten
  • stabiele vorstvrije temperatuur
  • zeer hoge relatieve luchtvochtigheid (> 90%)
  • tochtvrije winterverblijfplaatsen
  • geen lichtpollutie van winterverblijfplaatsen, zwermplaatsen, fortgrachten en aanvliegroutes
  • Behouden of creëren van geschikte spleten of nissen om in weg te kruipen

Verbeteren van de ecologische kwaliteit van het fortdomein door het behouden en versterken van aanwezige boselementen, graslanden, Kleine Landschaps Elementen en habitattypes zoals HT 3150, 9120/9190 en 91E0.

Doel =/+ +
Gewone/Grijze grootoorvleermuis, Laatvlieger, Ruige/Gewone/Kleine dwergvleermuis Omschrijving

Behoud of toename van de overwinteringspopulatie in de eerder vermelde fortengroepen en in volgende fortengroep:

  • fort Stabroek
  • fort Liefkenshoek

Behouden, verbeteren en bufferen van het geschikt microklimaat in vermelde forten zodat aan volgende kwaliteitseisen voldaan is:

  • geen verstoring van de betreffende soorten
  • gradiënt van buitenklimaat tot stabiele vorstvrije temperatuur
  • gradiënt van droog tot hoge relatieve luchtvochtigheid (> 80%)
  • gradiënt van buitenklimaat tot tochtvrije winterverblijfplaatsen
  • geen lichtpollutie van winterverblijfplaatsen en zwermplaatsen, minimale lichtpollutie in aanvliegroutes
  • Behouden of creëren van geschikte spleten of nissen om in weg te kruipen, ook aan buitengevels

Verbeteren van de ecologische kwaliteit van het fortdomein door het behouden en versterken van aanwezige boselementen, graslanden, Kleine Landschaps Elementen en habitattypes zoals HT 3150, 9120/9190 en 91E0.

Doel + +
Ingekorven vleermuis, Meervleermuis Omschrijving

Behoud of toename van de overwinteringspopulatie in de volgende fortengroep:

  • fort Steendorp
  • fort 3 (Borsbeek)
  • fort Schoten
  • fort Kessel
  • fort Lier
  • fort Liezele
  • fort Broechem
  • fort Koningshooikt
  • fort Bornem
  • fort Kapellen
  • fort Duffel

Behouden, verbeteren en bufferen van het geschikt microklimaat in vermelde forten zodat aan volgende kwaliteitseisen voldaan is:

  • geen verstoring van de betreffende soorten
  • stabiele hoge temperatuur tussen 7 en 11°C
  • zeer hoge relatieve luchtvochtigheid (> 90%)
  • maximaal tochtvrij
  • geen lichtpollutie van winterverblijfplaatsen, zwermplaatsen, fortgrachten en aanvliegroutes
  • behouden of creëren van geschikte spleten of nissen om in weg te kruipen

Verbeteren van de ecologische kwaliteit van het fortdomein door het behouden en versterken van aanwezige boselementen, graslanden, Kleine Landschaps Elementen en habitattypes zoals HT 3150, 9120/9190 en 91E0.

Doel = =
Rosse vleermuis Omschrijving

Geen bijkomende doelstellingen t.o.v. andere vleermuissoorten

Geen bijkomende doelstellingen t.o.v. andere vleermuissoorten

Plassen

Nagenoeg alle forten zijn omgeven met een fortgracht. Deze fortgrachten zijn vrij breed en diep en hebben veelal sterk afhellende oevers. Deze brede grachten zijn belangrijk als jachtgebied voor meer watergebonden vleermuissoorten als Water- en Meervleermuis. Ook voor andere soorten als Ruige dwergvleermuis, Franjestaart, Gewone dwergvleermuis, Rosse vleermuis,... is de aanwezigheid van water – met bij voorkeur aanwezigheid van oevervegetatie en/of struwelen of bos) – in hun jachtgebied aantrekkelijk. Daarnaast zijn er potenties voor twee bijlagesoorten (Kamsalamander en Kleine modderkruiper) in het habitatrichtlijngebied. Beide soorten kunnen mee profiteren van de uitbreidingsdoelstellingen voor het habitattype 3150. Tenslotte zijn er ook interessante vegetaties aanwezig met zeldzamere soorten als onder meer Groot blaasjeskruid in de omwalling van de Schans van Smoutakker.

Het dichtgroeien van de grachten met bv. invasieve exoten is nefast en dus een knelpunt voor jagende Water- en Meervleermuizen. Soms is het andere uiterste een knelpunt namelijk de afwezigheid of een zeer beperkt voorkomen van water- en oevervegetatie in heel wat grachten als gevolg van de diepte, een onevenwichtig visbestand (verbraseming),…

Doelstelling zijn ecologisch waardevolle grachtensystemen met een zo natuurlijk mogelijke oevervegetatie en een zo natuurlijk mogelijk visbestand, dit echter zonder de generieke historische karakteristieken van deze gegraven grachten (m.b.t. profiel, vorm) geweld aan te doen. Wanneer invulling gegeven wordt aan deze doelstelling zullen ook watergebonden broedvogels, amfibieën en invertebraten (libellen, …) hierop meeliften. In een aantal gevallen betreft het tevens Europees beschermde soorten waaronder de Vogelrichtlijnsoort IJsvogel en de habitatrichtlijnsoort Kleine modderkruiper.

Habitats - Plassen

Habitat Oppervlaktedoelstelling Kwaliteitdoelstelling
Doel + +
3150 - Van nature eutrofe meren met vegetatie van het type Magnopotamion of Hydrocharition Omschrijving

Uitbreiding van de bestaande oppervlakte (15,4 ha) van het habitattype met 8 ha door verbetering van de kwaliteit van de fortgrachten. Het fort van Schoten vertoont hiervoor de beste potenties.

Er wordt een verbetering van de kwaliteit van het habitattype nagestreefd (T'Jollyn et al 2009):

  • afwezigheid van invasieve exoten (0%);
  • geringe aanwezigheid van eutrofiëringsindicatoren (<10%);
  • voldoende grote vegetatievlekken (> 1m²) met voldoende aantallen sleutelsoorten (> 1 soort abundant aanwezig);
  • doorzicht groter dan 1,5m;
  • beperkt aantal bodemwoelende vissoorten aanwezig.

Soorten - Plassen

Soort Populatiedoelstelling Kwaliteitdoelstelling
Doel = =
Kamsalamander Omschrijving

Geen bijkomende doelstellingen t.o.v. het habitattype 3150.

Geen bijkomende doelstellingen t.o.v. het habitattype 3150.

Doel = +
Kleine modderkruiper Omschrijving

Behoud van de huidige populatie. Geen bijkomende doelstellingen t.o.v. het habitattype 3150.

Geen bijkomende doelstellingen t.o.v. het habitattype 3150.

Bossen, graslanden en Kleine landschapselementen

Binnen de begrenzing van de forten zijn veelal zones met nog vrij jong bos aanwezig. Een deel van dit bos werd aangeplant maar meestal bestaat het uit spontaan ontwikkeld bos. Bos in en rond de fortdomeinen is belangrijk als buffering maar is ook belangrijk als jachtgebied en verbindingsgebied voor heel wat soorten vleermuizen. Verder bieden holle bomen kansen voor zomerkolonies, zwermverblijf of overwinteringsplaats voor onder meer Watervleermuis, Grootoorvleermuis en Ruige dwergvleermuis. Voor heel wat soorten is het trouwens interessant dat zomer - en winterverblijf dicht bij elkaar liggen en dat er goed jachtgebied in de buurt van wintergebied ligt om in het najaar vetreserves aan te leggen en in het voorjaar op kracht te komen.

Opgaande groene lineaire landschapselementen en waterlopen zijn essentieel in kerngebieden van vleermuizen en worden als vliegroutes tussen de verschillende leefgebieden gebruikt. Een voldoende dicht netwerk is nodig zodat vleermuizen zonder belangrijke barrières (infrastructuur, woongebieden, …) tussen het fort en het omliggende landschap kunnen vliegen. Binnen de fortdomeinen bestaan die lijnvormige elementen vooral uit houtkanten langs de fortgrachten en dienen boomrijen en houtkanten in en rond de forten maximaal behouden te blijven en verder te worden ontwikkeld. Anderzijds komen er ook graslanden en heiderelicten op de fortdomeinen voor.

De aanwezige bosfragmenten zijn klein, hebben een lage ouderdom (weinig dikke bomen) en vertonen een te laag aandeel dood hout. Hierdoor is de effectieve waarde voor de aanwezige vleermuissoorten beperkt. Ook de aanwezige landschapselementen zoals graslanden en heiderelicten hebben een lage structuurkwaliteit en soortenrijkdom.

Binnen de fortdomeinen wordt gestreefd naar het behoud van de boszones met maximaal behoud van oude bomen. Om stabiliteitsproblemen te vermijden, focust dit behoud van oude bomen zich vooral buiten de zones met ondergrondse delen. Om structuurrijke boszones te kunnen ontwikkelen, die interessant zijn als jachthabitat voor bosgebonden soorten als onder meer Baard/Brandts vleermuis, worden inheemse bossen tot doel gesteld. De bestrijding van oude Amerikaanse eiken (en andere oude invasieve uitheemse boomsoorten) moet omzichtig aangepakt worden, aangezien door het systematisch bestrijden van deze boomsoort, een belangrijk deel van de geschikte koloniebomen kan verdwijnen of de aanwezige dieren gedood worden.

Habitats - Bossen, graslanden en Kleine landschapselementen

Habitat Oppervlaktedoelstelling Kwaliteitdoelstelling
Doel = =
4030 - Droge Europese heide Omschrijving

Geen bijkomende doelstellingen

Geen bijkomende doelstellingen

Doel = +
6510 - Laaggelegen schraal hooiland (Alopecurus pratensis, Sanguisorba officinalis) Omschrijving

Behoud van de huidige oppervlakte van 1 ha.

Verhogen van de kwaliteit door lagere dominantie van één soort en een hogere bedekking van de sleutelsoorten.

Doel = +
9120 - Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex en soms ook Taxus in de ondergroei (Quercion robori-petraeae of Ilici-Fagenion) en 9190 - Oude zuurminnende eikenbossen met Quercus robur op zandvlakten Omschrijving

Behoud van de huidige oppervlakte van 64 ha.

Verhogen van structuurrijkdom van de bosbestanden door een verhoging van het aandeel dood hout (met boomholtes) en de aanwezigheid van sleutelsoorten in de kruidlaag.

Verder zetten van de spontane ontwikkeling of geleidelijke omvorming (indien exoten aanwezig).

Doel = +
9160 - Sub-Atlantische en Midden-Europese wintereikenbossen of eiken-haagbeukbossen behorend tot het Carpinion-betuli Omschrijving

Behoud van de huidige oppervlakte van 4 ha.

Verhogen van structuurrijkdom van de bosbestanden door een verhoging van het aandeel dood hout en de aanwezigheid van sleutelsoorten in de kruidlaag.

Verder zetten van de spontane ontwikkeling of geleidelijke omvorming (indien exoten aanwezig).

Doel = +
91E0 - Alluviale bossen met Alnus glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae, Salicion albae) Omschrijving

Behoud van de huidige oppervlakte van 8 ha.

Verhogen van structuurrijkdom van de bosbestanden door een verhoging van het aandeel dood hout en de aanwezigheid van sleutelsoorten in de kruidlaag.

2.2 Prioritaire inspanningen

In samenhang met de hoger beschreven doelstellingen is in het S-IHD-besluit door de Vlaamse Regering een aantal prioritaire inspanningen vastgesteld. Dit is een globale omschrijving van de acties die noodzakelijk zijn voor de realisatie van deze doelstellingen. Voor de uitvoering van de prioritaire inspanningen zijn vaak meerdere acties nodig. Hoofdstuk 4 van dit voortgangsdocument (Inspanningsmatrix) geeft de concrete acties weer die uitvoering geven aan deze prioritaire inspanningen.

Inspanning Omschrijving Inspanning
PI 1 Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis en Meervleermuis

Het fort Steendorp (ANB) verkeert in een goede tot uitstekende staat van instandhouding. Dit fort moet in een goede staat van instandhouding gehouden worden.

Om een duurzame bescherming van de vleermuispopulaties te garanderen moeten op korte termijn maatregelen genomen worden. Ingekorven vleermuis en Meervleermuis zijn zeer veeleisende soorten. In de forten waar er momenteel een overwinterings- of zwermpopulatie van deze soorten voorkomt, moeten er geschikte verblijfplaatsen gecreëerd worden, afgestemd op de eisen van deze soorten. Hiervoor kan, afhankelijk van de situatie op het fortdomein, zowel buffering, zonering als effectieve inrichting noodzakelijk zijn. Het gaat met name over de forten:

  • fort 3 - Borsbeek (gemeente Borsbeek en beheerovereenkomst voor Oostelijk deel met Natuurpunt),
  • fort Schoten (NAVO),
  • fort Kessel (Gemeente Nijlen en samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente, Gidsenwerking fort Kessel, Natuurpunt Beheer en ANB),
  • fort Lier (Stad Lier),
  • fort Liezele (Puurs en beheerovereenkomst met Natuurpunt),
  • fort Broechem (Ministerie van Defensie),
  • fort Koningshooikt (privaat),
  • fort Steendorp (ANB),
  • fort Kapellen (Ministerie van Defensie) ,
  • fort Bornem (privaat en beheerovereenkomst met Natuurpunt) ,
  • fort Duffel (Kempisch Landschap).

Deze forten moeten in een goede staat van instandhouding gebracht worden voor deze en andere voorkomende vleermuizensoorten zodat voldoende kwalitatieve winter- en zwermverblijfplaats ontstaan.

Inrichtingswerkzaamheden zijn nodig om de kwaliteit van de forten als vleermuizenverblijfplaats tijdens de winter- of zwermperiode te behouden of te verbeteren. Deze maatregelen kunnen betrekking hebben op de ondergrondse en bovengrondse delen en beperken zich niet noodzakelijk tot de zones die als vleermuizenreservaat aangeduid worden. Prioritair zijn maatregelen die tot een verbetering van het microklimaat leiden en gericht zijn op het vermijden van verstoring. Verder moet ook gedacht worden aan het verbeteren van de toegankelijkheid voor vleermuizen, de ecologische kwaliteit en connectiviteit van het fortdomein door het behouden en versterken van aanwezige boselementen, Kleine Landschaps Elementen en habitattypes zoals HT 3150, 9120/9190 en 91E0.

PI 2 Bereiken van kwaliteitsvolle overwintering- en zwermplaatsen voor Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Naast bovenstaande forten hebben in het habitatrichtlijngebied onderstaande forten en schans een belangrijke functie voor Watervleermuis, Franjestaart, Brandt- en Baardvleermuis. Inspanningen voor het bereiken van een gunstige staat van instandhouding voor deze soorten worden prioritair in deze - én de hierboven genoemde - forten en schans gerealiseerd. Deze forten, schans en de hierboven beschreven forten moeten in een goede staat van instandhouding gebracht worden.

Het gaat met name om de volgende forten:

  • fort 7 – Wilrijk (ANB, Stad Antwerpen en beheerovereenkomst met Natuurpunt)
  • fort Ertbrand (privaat)
  • fort Walem (Natuurpunt)
  • Schans van Smoutakker (Natuurpunt)
  • fort 5 - Edegem (gemeente Edegem en samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente, Gidsen fort 5 en Natuurpunt)
  • fort Haasdonk (Ministerie van Defensie, momenteel in openbare verkoop)
  • fort 2 – Wommelgem (gemeente Wommelgem)

Inrichtingswerkzaamheden zijn nodig om de kwaliteit van de forten als vleermuizenverblijfplaats tijdens de winter- of zwermperiode te behouden of te verbeteren. Deze maatregelen kunnen betrekking hebben op de bomvrije gebouwen en bovengrondse delen en beperken zich niet noodzakelijk tot de zones die als vleermuizenreservaat aangeduid worden. Prioritair zijn maatregelen die tot een verbetering van het microklimaat leiden en gericht zijn op het vermijden van verstoring. Verder moet ook gedacht worden aan het verbeteren van de toegankelijkheid voor vleermuizen, de ecologische kwaliteit en connectiviteit van het fortdomein door het behouden en versterken van aanwezige boselementen, Kleine Landschaps Elementen en habitattypes zoals HT 3150, 9120/9190 en 91E0.

PI 3 Zoneringsplan voor alle forten

Met het oog op het vrijwaren van de voor vleermuizen belangrijke zones (winter, zwerm maar ook zomerkolonies) is de doelstelling dat voor elk fort en schans een objectieve zonering wordt opgesteld die aangeeft welke zones potentieel belangrijk, belangrijk tot zeer belangrijk zijn voor vleermuizen, welke zones niet belangrijk zijn en zones waarvan het belang m.b.t. vleermuizen op dit ogenblik niet gekend is. Aan deze zonering wordt een functie gekoppeld, alsook een beheer, toegankelijkheidsregeling en de mogelijkheden voor medegebruik. Dit dient te worden vastgelegd in een beheerplan dat per fort gedetailleerd en wetenschappelijk onderbouwd wordt uitgewerkt. Deze aanpak biedt duidelijkheid, maar ook zekerheid aan alle gebruikers. Zo krijgen de potentieel belangrijke, belangrijk en zeer belangrijke zones een hoofdfunctie natuur en kunnen de niet belangrijke zones ingenomen worden voor andere functies mits de activiteiten of initiatieven geen negatieve impact hebben op de vleermuizen in de andere zones. Deze prioriteit geldt voor alle forten en schans, dus zowel de hierboven vermelde als volgende forten:

  • fort Stabroek (privaat)
  • fort Liefkenshoek (gemeente Beveren): dit fort is wel in eigendom van een (lokale) overheid, maar de potenties zijn beperkt.

De wijze waarop dit zoneringsplan kan opgemaakt worden, wordt weergegeven in Bijlage 10.

PI 4 Aangepast beheer fortdomeinen en Orchis als habitat voor habitatrichtlijnsoorten

Op de bovengrondse delen worden de open zones zoveel mogelijk natuurgericht beheerd. Het is belangrijk dat er goed jachtgebied in de buurt van overwinteringszones ligt om in het najaar vetreserves aan te leggen en in het voorjaar op kracht te komen. Dit houdt onder meer in: behoud van boszones en houtkanten, behoud van oude bomen (buiten de zones waar deze stabiliteitsproblemen kunnen veroorzaken), behoud van muurvegetaties, evenwichtig visstandsbeheer in fortgrachten, …

Een goede verbinding van de forten met de omgeving is essentieel voor de vleermuizen om de verblijfplaatsen in de forten te kunnen bereiken. Dit betekent dat lineaire groene landschapselementen op de fortdomeinen moeten worden behouden of hersteld en dat er geen bijkomende barrières (ook niet van lichtpollutie) mogen worden gecreëerd. Tevens is het belangrijk dat KLE’s zoals dreven, opgaande elementen, … op het fortdomein in stand gehouden en versterkt worden.

Het bereiken van een goede habitatstructuur voor de fortgrachten (i.e. habitattype 3150) en boselementen (i.e. habitattypes 9120/9190 en 9160) zorgt ervoor dat er op de fortdomeinen meer geschikt habitat voor de vleermuissoorten ter beschikking komt. Daarnaast is dit ook belangrijk voor habitatrichtlijnsoorten als Kleine modderkruiper en Kamsalamander. Voor het HT 3150 betreft het vooral het fort Ertbrand, fort Schoten, fort Walem en fort Duffel. Voor de boshabitats betreft het vooral het fort Lier (9120/9190), fort Schoten (9120/9190), fort 5 (9120/9190), fort 7 (9120/9190), fort 2 (9160) en Orchis (91E0).

PI 5 Soortenbeschermingsprogramma vleermuizen
PI 6 (1+2) Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis, Meervleermuis, Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis
PI 7 (1+2+4) Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis, Meervleermuis, Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis en aangepast beheer van fortdomeinen en Orchis
PI 8 (1+2+3+4) Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis en Meervleermuis + bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Watervleermuis, Franjestaart, Brandtsvleermuis en Gewone baardvleermuis + zoneringsplan voor alle forten + aangepast beheer van fortdomeinen en Orchis

3 Oppervlaktebalans

Dit hoofdstuk geeft de stand van zaken weer van de realisatie van de taakstelling, met name van de oppervlaktedoelen, op basis van het passend beheer. Het passend beheer is wettelijk gedefinieerd in het Instandhoudingsbesluit van 20 juni 2014. Het is de oppervlakte waarvoor in een natuurbeheerplan of daarmee vergelijkbaar plannen of overeenkomsten, een of meer Europees te beschermen habitattype(s) of een leefgebied van een of meer Europees te beschermen soort(en) als natuurstreefbeeld is vastgesteld. 

De oppervlaktebalans in dit voortgangsdocument is enkel opgemaakt voor de Europees te beschermen habitats, op basis van de inventarisatie van het terreinbeheer door het ANB, verschillende openbare besturen en de erkende terreinbeherende verenigingen (met name Natuurpunt vzw, vzw Durme en Limburgs Landschap vzw). Voor leefgebieden van Europees te beschermen soorten was dergelijke inventarisatie niet mogelijk met de bestaande gegevens, zodat een oppervlaktebalans per Europees te beschermen soort niet opgenomen is. 

Onderstaande tabel geeft per Europees te beschermen habitat:

  • De habitat code: de code van het habitat waarvoor een doel is gesteld (zie §2.1 'Doelen', voor de benaming en beschrijving);
  • Het totaal doel: de tot doel gestelde oppervlakte per habitat;
  • Het passend beheer: de oppervlakte met passend beheer zoals vastgesteld in een goedgekeurd natuurbeheerplan of daarmee vergelijkbare plannen of overeenkomsten;
  • De openstaande taakstelling: de oppervlakte die wordt berekend als het verschil tussen het totaal doel en de oppervlakte met passend beheer.

In de oppervlaktebalans worden alle oppervlakten weergegeven in hectare, tenzij anders aangegeven. De tabel geeft de situatie in februari 2017 weer.

BE2100045 - Historische fortengordels van Antwerpen als vleermuizenhabitats

Habitat code totaal doel met passend beheer openstaande taakstelling
3150 23.4 0.6 22.8
6510 1 0 1
9120_9190 64 29.4 34.6
9160 4 0 4
91E0 8 0.7 7.3

4 Inspanningsmatrix

Dit hoofdstuk formuleert de acties die uitvoering geven aan de prioritaire inspanningen die vastgesteld werden in het S-IHD-besluit. Daarbij wordt op basis van het Vlaams Natura 2000-programma 2016-2020 aangegeven welke acties behoren tot het bindend deel van de taakstelling (zie hoofdstuk 1). De overige acties behoren tot het richtinggevend deel van de taakstelling. 

Elke actie wordt in onderstaande tabel beschreven, met volgende rubrieken:

  • Nr. actie: het nummer van de actie is een samenstelling van het nummer van de prioritaire inspanning en het nummer van de actie zelf. 
  • Omschrijving actie: geeft beknopt aan wat er moet gebeuren, waarom, met welk resultaat en waar.
  • Prioritaire inspanning: de prioritaire inspanning waaraan deze actie invulling geeft. Vanaf prioritaire inspanning 100 worden acties weergegeven die niet onder de prioritaire inspanningen van hoofdstuk 2.2 vallen. Deze acties zijn toegevoegd aan het voortgangsdocument, aanvullend op de prioritaire inspanningen, omdat ze eveneens nodig zijn om tot de gunstige lokale staat van instandhouding te komen van de betreffende habitat(s) of soort(en).
  • Actie voor de verbetering van het natuurlijk milieu: indien in deze kolom een ‘ja’ staat, dan is deze actie ingeschreven voor de verbetering van het natuurlijk milieu als omschreven in hoofdstuk 5. 
  • Deelgebied(en): de deelgebieden waar deze actie uitgevoerd zal worden. Indien in de tabel geen nummer van een deelgebied is opgegeven, is de actie van toepassing op de volledige SBZ. 
  • Habitats/soort(en): de Europees te beschermen habitat(s) en/of soort(en) waarvoor de actie ondernomen wordt. Het gaat om habitats en soorten waarvoor doelen opgenomen zijn in het S-IHD-besluit en om (cursief aangegeven) habitattypische soorten. Habitattypische soorten zijn kenmerkend voor één of soms meerdere habitattypes. Een habitattype kan enkel in een regionaal gunstige staat van instandhouding verkeren als binnen Vlaanderen ook de habitattypische soorten gelinkt aan dit habitattype in een regionaal gunstige staat van instandhouding verkeren. Meer gedetailleerde informatie over habitattypische soorten is beschikbaar in referenties 1, 2 en 3 (zie hoofdstuk 8).
  • Trekker: de organisatie die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de actie.
  • Andere betrokkenen: de organisaties of actoren die betrokken zijn bij de actie, als uitvoerder, omwille van mogelijke impact, het leveren van kennis,…
  • Timing: het moment waarop de uitvoering van de actie start. Kan pas ingevuld worden indien de status ‘gepland’ of ‘in uitvoering’ is.
  • Status: hierbij is onderscheid gemaakt tussen:
    • Op te starten: de actie is benoemd maar nog niet opgestart.
    • In onderzoek: het plan of project voor de uitvoering van de actie is in ontwikkeling. Een trekker is aangeduid en gestart met de voorbereiding van het plan of project .
    • Plan in opmaak: de opmaak van het uitvoeringsplan is gestart. 
    • Plan beschikbaar: het uitvoeringsplan is afgerond en door de betrokken partijen goedgekeurd. De uitvoering ervan moet nog opgestart worden. 
    • In uitvoering: de actie wordt momenteel uitgevoerd.
    • Uitgevoerd: de uitvoering van de actie is beëindigd.
    • Stopgezet: de uitvoering van de actie is stopgezet zonder dat ze helemaal is beëindigd; er is geen plan om ze terug op te starten.
  • Bindend: deze lijn verschijnt enkel als de actie deel uitmaakt van het bindend deel van de taakstelling (zie hoofdstuk 1). Hierbij is onderscheid gemaakt tussen:
    • Stand still: actie noodzakelijk voor de stand still of het tegengaan van achteruitgang.
    • 2020: actie noodzakelijk voor het bereiken van een gunstige of verbeterde staat van instandhouding voor 16 habitats tegen 2020.
    • Deelgebied(en): de deelgebied(en) waarvoor de actie bindend is (sommige acties zijn bindend voor een deelgebied maar richtinggevend voor een ander).
    • Habitats/soorten: de habitats en/of soorten waarvoor de actie bindend is (sommige acties zijn bindend voor een habitat en/of soort maar richtinggevend voor andere habitats en/of soorten).

De tabel geeft de situatie weer in augustus 2017.

BE2100045 - Historische fortengordels van Antwerpen als vleermuizenhabitats

Nr actie Omschrijving actie
1.1 Realisatie quick win fort Koningshooikt: - toegankelijk maken voor vleermuizen van watergang - verwijderen roetaanslag - plaatsen hekken en luiken - verbeteren beplanting

Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis en Meervleermuis

Nee

12

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Privaat persoon

Agentschap voor Natuur en Bos, vzw Natuurpunt

2014

In uitvoering

1.2 Realisatie investeringssubsidie Natuur fort Schoten: - plaatsen van deuren met invliegopening - afsluiten van ramen en doorgangen zonder invliegopening - afdekken van gaten in muren (eertijds aangebracht i.f.v. de pijpleidingen) met zand en stenen

Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis en Meervleermuis

Nee

16

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

vzw Natuurpunt

Agentschap voor Natuur en Bos, Ministerie Defensie

2015

In uitvoering

1.3.01 Fort Broechem - inrichtingsmaatregelen ter verbetering van het microklimaat voor Ingekorven vleermuis: - tochtvrij maken - bufferen van ruimtes tot 7°-10° en relatieve vochtigheid van 90%

Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis en Meervleermuis

Nee

9

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Provincie Antwerpen

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, vzw Natuurpunt

2015

In onderzoek

1.3.02 Fort Kessel - inrichtingsmaatregelen ter verbetering van het microklimaat voor Ingekorven vleermuis: - tochtvrij maken - bufferen van ruimtes tot 7°-10° en relatieve vochtigheid van 90%

Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis en Meervleermuis

Nee

10

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Gemeente Nijlen, Gidsenwerking, Provincie Antwerpen, vzw Natuurpunt

Op te starten

1.3.03 Fort Lier - inrichtingsmaatregelen ter verbetering van het microklimaat voor Ingekorven vleermuis: - tochtvrij maken - bufferen van ruimtes tot 7°-10° en relatieve vochtigheid van 90%

Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis en Meervleermuis

Nee

11

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Stad Lier

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Provincie Antwerpen, vzw Natuurpunt

2015

In onderzoek

1.3.04 Fort Kapellen - inrichtingsmaatregelen ter verbetering van het microklimaat voor Ingekorven vleermuis: - tochtvrij maken - bufferen van ruimtes tot 7°-10° en relatieve vochtigheid van 90%

Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis en Meervleermuis

Nee

13

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Gemeente Kapellen, Provincie Antwerpen, vzw Natuurpunt

Op te starten

1.3.05 Fort 3 - inrichtingsmaatregelen ter verbetering van het microklimaat voor Ingekorven vleermuis: - tochtvrij maken - bufferen van ruimtes tot 7°-10° en relatieve vochtigheid van 90%

Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis en Meervleermuis

Nee

19

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Gemeente Borsbeek

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, LEM Antwerpen NV, Provincie Antwerpen, vzw Natuurpunt

2015

In onderzoek

1.3.06 Fort Bornem - inrichtingsmaatregelen ter verbetering van het microklimaat voor Ingekorven vleermuis: - tochtvrij maken - bufferen van ruimtes tot 7°-10° en relatieve vochtigheid van 90%

Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis en Meervleermuis

Nee

27

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Provincie Antwerpen, Sector eigenaars, vzw Natuurpunt

Op te starten

1.3.07 Fort Liezele - inrichtingsmaatregelen ter verbetering van het microklimaat voor Ingekorven vleermuis: - tochtvrij maken - bufferen van ruimtes tot 7°-10° en relatieve vochtigheid van 90%

Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis en Meervleermuis

Nee

28

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Gemeente Puurs, Provincie Antwerpen, Simon Stevin Vlaams Vestingbouwkundig Centrum, vzw Natuurpunt

Op te starten

1.3.08 Fort Duffel - inrichtingsmaatregelen ter verbetering van het microklimaat voor Ingekorven vleermuis: - tochtvrij maken - bufferen van ruimtes tot 7°-10° en relatieve vochtigheid van 90%

Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis en Meervleermuis

Nee

31

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

vzw Kempens Landschap

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Gemeente Duffel, Provincie Antwerpen, vzw Natuurpunt

2014

In uitvoering

1.4.01 Fort Broechem - inrichtingsmaatregelen ter verbetering van het microklimaat voor Meervleermuis: - tochtvrij maken - bufferen van ruimtes tot 5°-11°C en relatieve vochtigheid van 90%

Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis en Meervleermuis

Nee

9

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Provincie Antwerpen

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, vzw Natuurpunt

2015

In onderzoek

1.4.02 Fort Kessel - inrichtingsmaatregelen ter verbetering van het microklimaat voor Meervleermuis: - tochtvrij maken - bufferen van ruimtes tot 5°-11°C en relatieve vochtigheid van 90%

Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis en Meervleermuis

Nee

10

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Gemeente Nijlen, Provincie Antwerpen, vzw Natuurpunt

Op te starten

1.4.03 Fort Lier - inrichtingsmaatregelen ter verbetering van het microklimaat voor Meervleermuis: - tochtvrij maken - bufferen van ruimtes tot 5°-11°C en relatieve vochtigheid van 90%

Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis en Meervleermuis

Nee

11

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Stad Lier

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Provincie Antwerpen, vzw Natuurpunt

2015

In onderzoek

1.4.04 Fort 3 - inrichtingsmaatregelen ter verbetering van het microklimaat voor Meervleermuis: - tochtvrij maken - bufferen van ruimtes tot 5°-11°C en relatieve vochtigheid van 90%

Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis en Meervleermuis

Nee

19

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Gemeente Borsbeek

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, LEM Antwerpen NV, Provincie Antwerpen, vzw Natuurpunt

2015

In onderzoek

1.4.05 Fort Duffel - inrichtingsmaatregelen ter verbetering van het microklimaat voor Meervleermuis: - tochtvrij maken - bufferen van ruimtes tot 5°-11°C en relatieve vochtigheid van 90%

Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis en Meervleermuis

Nee

31

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

vzw Kempens Landschap

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Gemeente Duffel, Provincie Antwerpen, vzw Natuurpunt

2014

In uitvoering

2.1.01 Fort 2 - inrichtingsmaatregelen (o.a. hekken, deuren met invliegopening, afsluiting, luiken met invliegopening,…) ter voorkoming van verstoring door betreding en vandalisme

Bereiken van kwaliteitsvolle overwintering- en zwermplaatsen voor Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

1

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Gemeente Wommelgem, Provincie Antwerpen, vzw Natuurpunt

Op te starten

2.1.02 Fort 5 - inrichtingsmaatregelen (o.a. hekken, deuren met invliegopening, afsluiting, luiken met invliegopening,…) ter voorkoming van verstoring door betreding en vandalisme

Bereiken van kwaliteitsvolle overwintering- en zwermplaatsen voor Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

21

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Gemeente Edegem

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Provincie Antwerpen, vzw Natuurpunt

2015

In onderzoek

2.1.03 Fort Haasdonk - inrichtingsmaatregelen (o.a. hekken, deuren met invliegopening, afsluiting, luiken met invliegopening,…) ter voorkoming van verstoring door betreding en vandalisme

Bereiken van kwaliteitsvolle overwintering- en zwermplaatsen voor Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

25

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Gemeente Beveren, Sector eigenaars

Op te starten

2.1.04 Fort Walem - inrichtingsmaatregelen (o.a. hekken, deuren met invliegopening, afsluiting, luiken met invliegopening,…) ter voorkoming van verstoring door betreding en vandalisme

Bereiken van kwaliteitsvolle overwintering- en zwermplaatsen voor Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

30

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

vzw Natuurpunt

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Provincie Antwerpen, Stad Mechelen

2014

In uitvoering

2.1.05 Schans Smoutakker - inrichtingsmaatregelen (o.a. hekken, deuren met invliegopening, afsluiting, luiken met invliegopening,…) ter voorkoming van verstoring door betreding en vandalisme

Bereiken van kwaliteitsvolle overwintering- en zwermplaatsen voor Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

32

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

vzw Natuurpunt

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Gemeente Stabroek, Provincie Antwerpen

Op te starten

2.2.01 Fort 2 - inrichtingsmaatregelen ter verbetering van het microklimaat voor Franjestaart, Watervleermuis, Gewone baardvleermuis en Brandts vleermuis: - natte en koudere zones met constante temperatuur ronde 5°C - zones met variatie in temperatuur tussen 0°C en 10°C, die zowel droog als nat zijn

Bereiken van kwaliteitsvolle overwintering- en zwermplaatsen voor Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

1

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Gemeente Wommelgem, Provincie Antwerpen, vzw Natuurpunt

2015

Op te starten

2.2.02 Fort 5 - inrichtingsmaatregelen ter verbetering van het microklimaat voor Franjestaart, Watervleermuis, Gewone baardvleermuis en Brandts vleermuis: - natte en koudere zones met constante temperatuur ronde 5°C - zones met variatie in temperatuur tussen 0°C en 10°C, die zowel droog als nat zijn

Bereiken van kwaliteitsvolle overwintering- en zwermplaatsen voor Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

21

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Gemeente Edegem

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Provincie Antwerpen, vzw Natuurpunt

2015

In onderzoek

2.2.03 Fort 2 - inrichtingsmaatregelen ter verbetering van het microklimaat voor Franjestaart, Watervleermuis, Gewone baardvleermuis en Brandts vleermuis: - natte en koudere zones met constante temperatuur ronde 5°C - zones met variatie in temperatuur tussen 0°C en 10°C, die zowel droog als nat zijn - verhogen luchtvochtigheid

Bereiken van kwaliteitsvolle overwintering- en zwermplaatsen voor Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

22

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

vzw Natuurpunt

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Provincie Antwerpen, Stad Antwerpen

Op te starten

2.2.04 Fort Liezele - inrichtingsmaatregelen ter verbetering van het microklimaat voor Franjestaart, Watervleermuis, Gewone baardvleermuis en Brandts vleermuis: - natte en koudere zones met constante temperatuur ronde 5°C - zones met variatie in temperatuur tussen 0°C en 10°C, die zowel droog als nat zijn

Bereiken van kwaliteitsvolle overwintering- en zwermplaatsen voor Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

28

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Gemeente Puurs, Provincie Antwerpen, Simon Stevin Vlaams Vestingbouwkundig Centrum, vzw Natuurpunt

Op te starten

2.2.05 Fort Walem - inrichtingsmaatregelen ter verbetering van het microklimaat voor Franjestaart, Watervleermuis, Gewone baardvleermuis en Brandts vleermuis: - natte en koudere zones met constante temperatuur ronde 5°C - zones met variatie in temperatuur tussen 0°C en 10°C, die zowel droog als nat zijn

Bereiken van kwaliteitsvolle overwintering- en zwermplaatsen voor Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

30

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

vzw Natuurpunt

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Provincie Antwerpen, Stad Mechelen

2014

In uitvoering

2.2.06 Fort Duffel - inrichtingsmaatregelen ter verbetering van het microklimaat voor Franjestaart, Watervleermuis, Gewone baardvleermuis en Brandts vleermuis: - natte en koudere zones met constante temperatuur ronde 5°C - zones met variatie in temperatuur tussen 0°C en 10°C, die zowel droog als nat zijn

Bereiken van kwaliteitsvolle overwintering- en zwermplaatsen voor Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

31

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

vzw Kempens Landschap

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Gemeente Duffel, Provincie Antwerpen, vzw Natuurpunt

2014

In uitvoering

2.2.07 Schans Smoutakker - inrichtingsmaatregelen ter verbetering van het microklimaat voor Franjestaart, Watervleermuis, Gewone baardvleermuis en Brandts vleermuis: - natte en koudere zones met constante temperatuur ronde 5°C - zones met variatie in temperatuur tussen 0°C en 10°C, die zowel droog als nat zijn

Bereiken van kwaliteitsvolle overwintering- en zwermplaatsen voor Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

32

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

vzw Natuurpunt

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Provincie Antwerpen

2015

Op te starten

3.1 Digitaliseren grondplan forten i.f.v. verwerking data en opmaak zoneringsplan, in overleg met eigenaar

Zoneringsplan voor alle forten

Nee

1, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 21, 22, 25, 26, 27, 28, 30, 31, 32

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Expertgroep vleermuizen

2014

In uitvoering

3.2 Opmaak handleiding opmaak zoneringsplan

Zoneringsplan voor alle forten

Nee

1, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 21, 22, 25, 26, 27, 28, 30, 31, 32

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Expertgroep vleermuizen

Aanspreekpunt privaat beheer

2015

Op te starten

3.3 Inventariseren gebruik door vleermuizen per fort, in overleg met de eigenaar: - overwintering - zwermgedrag - foerageergebied - zomerkolonies - microklimaat

Zoneringsplan voor alle forten

Nee

1, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 21, 22, 25, 26, 27, 28, 30, 31, 32

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap voor Natuur en Bos, Expertgroep vleermuizen, Provincie Antwerpen, Sector eigenaars, vzw Natuurpunt

Op te starten

3.4 Inventariseren medegebruik

Zoneringsplan voor alle forten

Nee

1, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 21, 22, 25, 26, 27, 28, 30, 31, 32

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap voor Natuur en Bos, Expertgroep vleermuizen, Provincie Antwerpen, Sector eigenaars, Sport Vlaanderen, vzw Natuurpunt

Op te starten

3.5 Opmaak zoneringsplan

Zoneringsplan voor alle forten

Nee

1, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 21, 22, 25, 26, 27, 28, 30, 31, 32

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap voor Natuur en Bos, Expertgroep vleermuizen, Provincie Antwerpen, Sector eigenaars, vzw Natuurpunt

Op te starten

4.1 Inrichtingsmaatregelen ter verbetering van de ecologische kwaliteit van het fortdomein, in overleg met eigenaar, zoals o.a. - verwijderen gebiedsvreemde constructies - verbeteren waterhuishouding - aanplantingen - bestrijding invasieve exoten - peilbeheer fortgracht in relatie met omgeving - verbeteren waterkwaliteit

Aangepast beheer fortdomeinen en Orchis als habitat voor habitatrichtlijnsoorten

Nee

1, 2, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 21, 22, 25, 26, 27, 28, 30, 31, 32

3150, Kamsalamander, Kleine modderkruiper, Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Gemeenten, Landschapspark Zuidrand, Provincie Antwerpen, Regionaal Landschap de Voorkempen, Regionaal Landschap Rivierenland, Regionaal Landschap Schelde-Durme, Sector eigenaars, vzw Natuurpunt

2015

Op te starten

4.2 Label vleermuisvriendelijke boom: naar analogie met het label voor een vleermuisvriendelijk object, wordt een label voorzien voor bomen binnen dit SBZ die belangrijk zijn als kolonieplaats voor vleermuizen

Aangepast beheer fortdomeinen en Orchis als habitat voor habitatrichtlijnsoorten

Nee

1, 2, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 21, 22, 25, 26, 27, 28, 30, 31, 32

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap voor Natuur en Bos

Provincie Antwerpen, vzw Natuurpunt

Op te starten

4.3.01 Fort Ertbrand: instellen van actief biologisch beheer van fortgrachten met als doel het herstellen van helder water met de ontwikkeling van een rijke of typische waterplantenvegetatie en onderwaterfauna: - nagaan hoe de waterkwaliteit verbeterd kan worden - uitwerken van beheer- of inrichtingsmaatregelen - doorvertaling bevindingen in beheerplannen - bestrijding invasieve waterplanten

Aangepast beheer fortdomeinen en Orchis als habitat voor habitatrichtlijnsoorten

Nee

14

3150, Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap voor Natuur en Bos, Bosgroep, Sector eigenaars, vzw Natuurpunt

Op te starten

4.3.02 Fort Schoten: instellen van actief biologisch beheer van fortgrachten met als doel het herstellen van helder water met de ontwikkeling van een rijke of typische waterplantenvegetatie en onderwaterfauna: - nagaan hoe de waterkwaliteit verbeterd kan worden - uitwerken van beheer- of inrichtingsmaatregelen - doorvertaling bevindingen in beheerplannen - oppompen grondwater i.f.v. bodemverontreiniging

Aangepast beheer fortdomeinen en Orchis als habitat voor habitatrichtlijnsoorten

Nee

16

3150, Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap voor Natuur en Bos, Ministerie Defensie, vzw Natuurpunt

Op te starten

4.3.03 Fort Walem: instellen van actief biologisch beheer van fortgrachten met als doel het herstellen van helder water met de ontwikkeling van een rijke of typische waterplantenvegetatie en onderwaterfauna: - nagaan hoe de waterkwaliteit verbeterd kan worden - uitwerken van beheer- of inrichtingsmaatregelen - doorvertaling bevindingen in beheerplannen - verbeteren waterkwaliteit (lozingen) - verbeteren waterkwantiteit (gebruik water uit fortgracht)

Aangepast beheer fortdomeinen en Orchis als habitat voor habitatrichtlijnsoorten

Nee

30

3150, Kleine modderkruiper, Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

vzw Natuurpunt

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Ministerie Defensie, Provincie Antwerpen, Stad Mechelen

2014

In uitvoering

4.3.04 Fort Duffel: instellen van actief biologisch beheer van fortgrachten met als doel het herstellen van helder water met de ontwikkeling van een rijke of typische waterplantenvegetatie en onderwaterfauna: - nagaan hoe de waterkwaliteit verbeterd kan worden - uitwerken van beheer- of inrichtingsmaatregelen - doorvertaling bevindingen in beheerplannen - bestrijding invasieve waterplanten - slibruiming

Aangepast beheer fortdomeinen en Orchis als habitat voor habitatrichtlijnsoorten

Nee

31

3150, Kamsalamander, Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

vzw Kempens Landschap

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Gemeente Duffel, Provincie Antwerpen, vzw Natuurpunt

2014

In onderzoek

4.3.05 Schans Smoutakker: instellen van actief biologisch beheer van fortgrachten met als doel het herstellen van helder water met de ontwikkeling van een rijke of typische waterplantenvegetatie en onderwaterfauna: - nagaan hoe de waterkwaliteit verbeterd kan worden - uitwerken van beheer- of inrichtingsmaatregelen - doorvertaling bevindingen in beheerplannen

Aangepast beheer fortdomeinen en Orchis als habitat voor habitatrichtlijnsoorten

Nee

32

3150, Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

vzw Natuurpunt

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Gemeente Stabroek, Provincie Antwerpen

2017

In uitvoering

6.1.01 Fort Broechem - Inrichtingsmaatregelen (o.a. hekken, deuren met invliegopening, afsluiting, luiken met invliegopening,…) ter voorkoming van verstoring door betreding en vandalisme o.a. - toegang via brug

(1+2) Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis, Meervleermuis, Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

9

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Stad Antwerpen

Agentschap voor Natuur en Bos, Provincie Antwerpen, vzw Natuurpunt

2015

In onderzoek

6.1.02 Fort Kessel - Inrichtingsmaatregelen (o.a. hekken, deuren met invliegopening, afsluiting, luiken met invliegopening,…) ter voorkoming van verstoring door betreding en vandalisme

(1+2) Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis, Meervleermuis, Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

10

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Gemeente Nijlen, Gidsenwerking, Provincie Antwerpen, vzw Natuurpunt

Op te starten

6.1.03 Fort Lier - Inrichtingsmaatregelen (o.a. hekken, deuren met invliegopening, afsluiting, luiken met invliegopening,…) ter voorkoming van verstoring door betreding en vandalisme

(1+2) Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis, Meervleermuis, Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

11

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Stad Lier

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Provincie Antwerpen, vzw Natuurpunt

2015

In onderzoek

6.1.04 Fort Kapellen - Inrichtingsmaatregelen (o.a. hekken, deuren met invliegopening, afsluiting, luiken met invliegopening,…) ter voorkoming van verstoring door betreding en vandalisme

(1+2) Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis, Meervleermuis, Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

13

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Gemeente Kapellen, Provincie Antwerpen, vzw Natuurpunt

Op te starten

6.1.05 Fort 3 - Inrichtingsmaatregelen (o.a. hekken, deuren met invliegopening, afsluiting, luiken met invliegopening,…) ter voorkoming van verstoring door betreding en vandalisme o.a. - Caponnière - Reduit en Contrescarp

(1+2) Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis, Meervleermuis, Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

19

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Gemeente Borsbeek

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, LEM Antwerpen NV, Provincie Antwerpen, vzw Natuurpunt

2015

In onderzoek

6.1.06 Fort Steendorp - Inrichtingsmaatregelen (o.a. hekken, deuren met invliegopening, afsluiting, luiken met invliegopening,…) ter voorkoming van verstoring door betreding en vandalisme

(1+2) Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis, Meervleermuis, Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

26

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap voor Natuur en Bos

Agentschap Onroerend Erfgoed, Simon Stevin Vlaams Vestingbouwkundig Centrum, vzw Natuurpunt

2006

In uitvoering

6.1.07 Fort Bornem - Inrichtingsmaatregelen (o.a. hekken, deuren met invliegopening, afsluiting, luiken met invliegopening,…) ter voorkoming van verstoring door betreding en vandalisme

(1+2) Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis, Meervleermuis, Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

27

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Provincie Antwerpen

Op te starten

6.1.08 Fort Liezele - Inrichtingsmaatregelen (o.a. hekken, deuren met invliegopening, afsluiting, luiken met invliegopening,…) ter voorkoming van verstoring door betreding en vandalisme

(1+2) Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis, Meervleermuis, Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

28

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Gemeente Puurs, Simon Stevin Vlaams Vestingbouwkundig Centrum, vzw Natuurpunt

Op te starten

6.2 Maken van afspraken over toegankelijkheid ter voorkoming van verstoring

(1+2) Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis, Meervleermuis, Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

1, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 16, 19, 21, 22, 25, 26, 27, 28, 30, 31, 32

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap voor Natuur en Bos

Gemeenten, Provincie Antwerpen, Sector eigenaars, vzw Natuurpunt

Op te starten

6.3 Aanpassen van verlichting indien impact op vleermuisverblijfplaatsen

(1+2) Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis, Meervleermuis, Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

1, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 16, 19, 21, 22, 25, 26, 27, 28, 30, 31, 32

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap voor Natuur en Bos, Gemeenten, LEM Antwerpen NV, Provincie Antwerpen, Sector eigenaars, vzw Natuurpunt

2015

Op te starten

6.4 Consolideren van fortgebouwen (o.a. reduit) zodat duurzaam behoud van het gebouw en vleermuisverblijfplaatsen gegarandeerd is

(1+2) Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis, Meervleermuis, Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

19

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Gemeente Borsbeek

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Provincie Antwerpen, vzw Natuurpunt

2015

Op te starten

6.5 Stand still bewaken door o.a. - voorafgaand overleg - adviesverlening - opvolging mitigerende maatregelen

(1+2) Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis, Meervleermuis, Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

1, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 16, 19, 21, 22, 25, 26, 27, 28, 30, 31, 32

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap voor Natuur en Bos

Agentschap Onroerend Erfgoed, Departement Ruimte Vlaanderen, Expertgroep vleermuizen, Gemeenten, LEM Antwerpen NV, Provincie Antwerpen, Sector eigenaars

2011

In uitvoering

6.6 Uitwerken en implementeren monitoringsplan met betrekking tot: - overwinterende vleermuizen - zwermende vleermuizen - aanwezigheid zomerkolonies - aanwezigheid microklimaatzones - verstoring

(1+2) Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis, Meervleermuis, Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

1, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 16, 19, 21, 22, 25, 26, 27, 28, 30, 31, 32

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

INBO

Agentschap voor Natuur en Bos, Expertgroep vleermuizen, Provincie Antwerpen, Sector eigenaars, vzw Natuurpunt

2017

In onderzoek

6.7 Maken van afspraken met eigenaars over toegankelijkheid fort i.f.v. monitoring in afstemming met het afsprakenkader tussen INBO, Aanspreekpunt Privaat Beheer (APB) en HVV

(1+2) Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis, Meervleermuis, Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis

Nee

14, 17, 25

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap voor Natuur en Bos

Provincie Antwerpen, Sector eigenaars, vzw Natuurpunt

Op te starten

7.1 Opmaak en uitvoering geïntegreerd beheerplan Fort Lier

(1+2+4) Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis, Meervleermuis, Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis en aangepast beheer van fortdomeinen en Orchis

Nee

11

91E0, 9120-9190, Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Stad Lier

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Expertgroep vleermuizen, Monumentenwacht, Provincie Antwerpen, vzw Natuurpunt

2014

Plan in opmaak

7.2 Opmaak en uitvoering geïntegreerd beheerplan Fort Broechem

(1+2+4) Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis, Meervleermuis, Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis en aangepast beheer van fortdomeinen en Orchis

Nee

9

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Provincie Antwerpen

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Expertgroep vleermuizen, Monumentenwacht, Sector eigenaars, vzw Natuurpunt

2015

In onderzoek

7.3 Afspraken maken over opmaak en uitvoering geïntegreerde beheerplannen voor forten, bij voorkeur gegroepeerd in functionele eenheden. Hieronder verstaat men bvb. Meerdere forten samen, of een fort met zijn omgeving (bvb. Aansluitend bos of park), waarbij opname van de omgeving berust op vrijwilligheid

(1+2+4) Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis, Meervleermuis, Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis en aangepast beheer van fortdomeinen en Orchis

Nee

1, 2, 10, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 25, 27, 28

3150, 6510, 9160, 91E0, 9120-9190, Kamsalamander, Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap voor Natuur en Bos

Agentschap Onroerend Erfgoed, Bosgroep, Expertgroep vleermuizen, Landschapspark Zuidrand, Monumentenwacht, Provincie Antwerpen, Regionaal Landschap de Voorkempen, Regionaal Landschap Rivierenland, Regionaal Landschap Schelde-Durme, Sector eigenaars, vzw Natuurpunt

2015

In onderzoek

7.4 Indien nodig aanpassen bestaande bos- of HPG-beheerplannen tot een geïntegreerd beheerplan

(1+2+4) Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis, Meervleermuis, Watervleermuis, Franjestaart, Brandts vleermuis en Gewone baardvleermuis en aangepast beheer van fortdomeinen en Orchis

Nee

19, 21, 22, 26, 30, 31, 32

3150, 6510, 9160, 91E0, 9120-9190, Kamsalamander, Kleine modderkruiper, Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Bosgroep, Expertgroep vleermuizen, Landschapspark Zuidrand, LEM Antwerpen NV, Monumentenwacht, Provincie Antwerpen, Regionaal Landschap de Voorkempen, Regionaal Landschap Rivierenland, Regionaal Landschap Schelde-Durme, Sector eigenaars, vzw Natuurpunt

2015

Op te starten

8.1 In samenspraak met de provincie Antwerpen en het project "Fortengordels rond Antwerpen" wordt een overlegplatform opgestart met het oog op het afstemmen van plannen en projecten in en rond de fortengordels

(1+2+3+4) Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis en Meervleermuis + bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Watervleermuis, Franjestaart, Brandtsvleermuis en Gewone baardvleermuis + zoneringsplan voor alle forten + aangepast beheer van fortdomeinen en Orchis

Nee

1, 2, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 21, 22, 25, 26, 27, 28, 30, 31, 32

3150, 6510, 9160, 91E0, 9120-9190, Kamsalamander, Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Provincie Antwerpen

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Bosgroep, Departement Landbouw en Visserij, Gemeenten, Landschapspark Zuidrand, Regionaal Landschap de Voorkempen, Regionaal Landschap Rivierenland, Regionaal Landschap Schelde-Durme, Sector eigenaars, Simon Stevin Vlaams Vestingbouwkundig Centrum, vzw Natuurpunt

2014

In uitvoering

8.2 Uitwerken van handleidingen, o.a.: - vleermuizen en forten - opmaak beheerplan - onderzoek en monitoring - good practices - afstemmen erfgoed- en natuurwaarden - …

(1+2+3+4) Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis en Meervleermuis + bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Watervleermuis, Franjestaart, Brandtsvleermuis en Gewone baardvleermuis + zoneringsplan voor alle forten + aangepast beheer van fortdomeinen en Orchis

Nee

1, 2, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 21, 22, 25, 26, 27, 28, 30, 31, 32

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Provincie Antwerpen

Aanspreekpunt privaat beheer, Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Expertgroep vleermuizen, Monumentenwacht, Sector eigenaars, Simon Stevin Vlaams Vestingbouwkundig Centrum, vzw Natuurpunt

2014

In uitvoering

8.3 Uitwerken communicatiestrategie rond vleermuizen

(1+2+3+4) Bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Ingekorven vleermuis en Meervleermuis + bereiken van kwaliteitsvolle overwinterings- en zwermplaatsen voor Watervleermuis, Franjestaart, Brandtsvleermuis en Gewone baardvleermuis + zoneringsplan voor alle forten + aangepast beheer van fortdomeinen en Orchis

Nee

1, 2, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 21, 22, 25, 26, 27, 28, 30, 31, 32

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Provincie Antwerpen

Aanspreekpunt privaat beheer, Agentschap voor Natuur en Bos, vzw Natuurpunt

2015

Op te starten

101.1 Soortenbeschermingsprogramma vleermuizen - In kaart brengen van meest geschikte verbindingsroutes en nagaan welke maatregelen genomen kunnen worden voor het versterken van verbindingen

Overige inspanning

Nee

1, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 21, 22, 25, 26, 27, 28, 30, 31, 32

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Expertgroep vleermuizen

Agentschap voor Natuur en Bos, Agentschap Waterwegen en Zeekanalen, Agentschap Wegen en Verkeer, Bosgroep, Departement Landbouw en Visserij, Gemeenten, INBO, Landschapspark Zuidrand, Provincie Antwerpen, Regionaal Landschap de Voorkempen, Regionaal Landschap Rivierenland, Regionaal Landschap Schelde-Durme, Sector landbouw, Vlaamse Milieumaatschappij, vzw Natuurpunt

2015

In onderzoek

101.2 Aanleg en versterken van verbindingen door o.a.: - Versterken van beekvalleien - Aanleg van lineaire houtige KLE's - Gericht beheer van dreven, parken of bossen - Aanplant van laanbomen

Overige inspanning

Nee

1, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 21, 22, 25, 26, 27, 28, 30, 31, 32

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap voor Natuur en Bos

Agentschap Waterwegen en Zeekanalen, Agentschap Wegen en Verkeer, Bosgroep, Departement Landbouw en Visserij, Expertgroep vleermuizen, Gemeenten, Landschapspark Zuidrand, Provincie Antwerpen, Regionaal Landschap de Voorkempen, Regionaal Landschap Rivierenland, Regionaal Landschap Schelde-Durme, Sector landbouw, Vlaamse Milieumaatschappij, vzw Natuurpunt

2015

Op te starten

101.3 Ontsnipperen infrastructuur door o.a.: - Aanpassen verlichting ter hoogte van verbindingen - Aanleg van hopovers, onderdoorgangen, geleiding via KLE's,…

Overige inspanning

Nee

1, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 21, 22, 25, 26, 27, 28, 30, 31, 32

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap voor Natuur en Bos

Agentschap Waterwegen en Zeekanalen, Agentschap Wegen en Verkeer, Departement Landbouw en Visserij, Departement Omgeving, Expertgroep vleermuizen, Gemeenten, Landschapspark Zuidrand, Provincie Antwerpen, Regionaal Landschap de Voorkempen, Regionaal Landschap Rivierenland, Regionaal Landschap Schelde-Durme, Vlaamse Milieumaatschappij

2015

Op te starten

101.4 Plaatsen van vleermuisvriendelijke verlichting op de N111 ter hoogte van Schans van Smoutakker en Antitankgracht

Overige inspanning

Nee

13, 14, 17, 32

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Gemeente Stabroek

Agentschap voor Natuur en Bos, Agentschap Wegen en Verkeer, Eandis

2015

In uitvoering

101.5 Ontsnippering N16 ter hoogte van vallei van de Vliet en Molenbeek

Overige inspanning

Nee

2, 26, 27, 28

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap Wegen en Verkeer

Agentschap voor Natuur en Bos, Departement Landbouw en Visserij, Gemeenten, Regionaal Landschap Schelde-Durme, vzw Natuurpunt

2014

In onderzoek

101.6 Ontsnipperen N17 ter hoogte van Klaverbeek en Vliet/Molenbeek

Overige inspanning

Nee

2, 26, 27, 28

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap Wegen en Verkeer

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Departement Landbouw en Visserij, Gemeenten, Regionaal Landschap Schelde-Durme

2015

In onderzoek

101.7 Versterken van netwerk van vleermuisverblijfplaatsen i.f.v. risicospreiding: - verhogen aanbod overwinteringsplaatsen door inrichting van ondermeer bunkers, (ijs)kelders, forten en schansen buiten SBZ en gericht beheer van parken, dreven en bossen - verhogen aanbod zomerverblijfplaatsen door inrichting van (kerk)zolders en gericht beheer van parken, dreven en bossen

Overige inspanning

Nee

1, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 21, 22, 25, 26, 27, 28, 30, 31, 32

Vleermuizen-Vleermuisverblijfplaatsen

Agentschap voor Natuur en Bos

Agentschap Onroerend Erfgoed, Agentschap Waterwegen en Zeekanalen, Agentschap Wegen en Verkeer, Bosgroep, Departement Landbouw en Visserij, Expertgroep vleermuizen, Gemeenten, Landschapspark Zuidrand, Provincie Antwerpen, Regionaal Landschap de Voorkempen, Regionaal Landschap Rivierenland, Regionaal Landschap Schelde-Durme, Sector landbouw, Vlaamse Milieumaatschappij, vzw Natuurpunt

2015

Op te starten

5 Overzichtkaart

De overzichtskaart biedt informatie voor en een stand van zaken over de realisatie van de doelen voor deze SBZ. De verschillende onderdelen zijn te consulteren via een geoloket.

 

 5.1 Synthesekaart

De synthesekaart biedt een samengesteld, vereenvoudigd overzicht van de actuele Europees te beschermen habitats en de oppervlaktes Europees te beschermen habitats onder passend beheer (zie hoofdstuk 3).

In het geoloket wordt de synthesekaart weergegeven met dit symbool 

5.2 Situering van de actuele Europees te beschermen habitats

De kaarten ‘Actueel habitat’ geven indicatief de ligging van de actuele Europees te beschermen habitats in deze SBZ weer, op basis van referentie 9 (zie hoofdstuk 6). De kaart ‘Actueel habitat overzicht’ geeft een overzicht alle actuele habitats. De kaarten ‘Actueel habitat per cluster’ en ‘Actueel habitat per habitat’ maken de actuele habitats respectievelijk in clusters van verwante habitats en voor elk habitat apart zichtbaar.

In het geoloket wordt de kaart: 

  • actueel habitat overzicht weergegeven met dit symbool   
  • actueel habitat per cluster met dit symbool  
  • actueel habitat per habitat met dit symbool 

5.3    Situering van de gebieden beheerd met het oog op de realisatie van de doelen

De kaarten ‘Passend beheer’ (voor definitie, zie hoofdstuk 3) geven indicatief weer welke oppervlaktes Europees te beschermen habitats onder passend beheer zijn bij het ANB, verschillende openbare besturen en de erkende terreinbeherende verenigingen (zie hoofdstuk 3). De kaart ‘Passend beheer overzicht’ geeft het overzicht van alle oppervlaktes onder passend beheer voor habitats. De kaarten ‘Passend beheer per cluster’ en ‘Passend beheer per habitat’ maken de oppervlaktes onder passend beheer respectievelijk in clusters van verwante habitats en voor elk habitat apart zichtbaar.

De huidige kaart geeft de situatie weer in februari 2017.

In het geoloket wordt de kaart :

  • oppervlakte onder passend beheer overzicht weergegeven met dit symbool 
  • oppervlakte onder passend beheer per cluster weergegeven met dit symbool 
  • oppervlakte onder passend beheer per habitat weergegeven met dit symbool 

5.4 Situering van de vegetaties relevant als leefgebied voor Europees te beschermen soorten

Omdat voor de vegetaties relevant als leefgebied voor Europees te beschermen soorten geen terreininventarisatiegegevens bestaan, werd deze kaart opgemaakt door middel van een ruimtelijk model. Dit model werkt op basis van de ecologische karakteristieken van de soort, aangevuld met actuele verspreidingsgegevens en de verbreidingscapaciteit van de soort. De bekomen afbakening vormt op dit moment de best beschikbare benadering van de actuele leefgebieden van de betreffende soorten. Voor een gedetailleerde beschrijving van de methodiek wordt verwezen naar referenties 4, 5 en 6 (zie hoofdstuk 6).

De opmaak ervan was niet voor alle Europees te beschermen soorten mogelijk omdat

  • een aantal mobiele soorten zeer ruime en weinig gedifferentieerde leefgebieden kent (bv. slechtvalk, kokmeeuw);
  • voor de leefgebiedkarakteristieken van bepaalde soorten geen (gebiedsdekkende) kaartlaag voorhanden is (bv. bittervoorn en kleine modderkruiper);
  • voor een aantal soorten de wetenschappelijke kennis en de beschikbare data ontoereikend zijn (bv. vleermuizen).

In het geoloket worden de leefgebieden weergegeven met de symbolen symbool leefgebieden voor het overzicht,  Synthesekaart Groepen voor de groepen en symbool leefgebieden voor de soorten, en dit enkel voor soorten waarvoor de opmaak van de kaarten mogelijk was en waarvoor doelen zijn ingeschreven in het S-IHD-besluit.

5.5 Situering van de aanwezigheid van habitattypische soorten

Onderstaand overzicht geeft indicatief weer welke habitattypische soorten actueel voorkomen per deelgebied op basis van referenties 7 en 8 (zie hoofdstuk 6). Habitattypische soorten zijn soorten die kenmerkend zijn voor één of soms meerdere habitattypes. Voor het bereiken van de regionaal gunstige staat van instandhouding van het habitat, moeten de populaties van de habitattypische soorten, verbonden aan dat habitat, ook in een regionaal gunstige staat van instandhouding worden gebracht of gehouden. Meer gedetailleerde informatie over habitattypische soorten is beschikbaar in referenties 1, 2 en 3 (zie hoofdstuk 6).

 

Situering van de aanwezigheid van habitattypische soorten

Deelgebieden Fauna Flora
BE2100045-1 Grote bonte specht Groot heksenkruid
BE2100045-2 Bosuil Beemdkroon, Echte guldenroede, Gewone dophei, Gewone salomonszegel, Glad walstro, Groot heksenkruid, Grote keverorchis, Kleine ratelaar, Knoopkruid s.l., Koningsvaren, Kraailook, Maarts viooltje, Margriet, Moerashertshooi, Valse salie, Veelbloemige veldbies
BE2100045-9 Dwergmuis Beemdkroon, Glad walstro, Knoopkruid s.l., Margriet
BE2100045-10 Dwergmuis, Grasmus, Grote bonte specht Adelaarsvaren, Bleeksporig bosviooltje, Bosanemoon, Bosgierstgras, Buntgras, Dalkruid, Drienerfmuur, Gewone dophei, Hengel, Knoopkruid s.l., Kraailook, Kruipbrem, Lelietje-van-dalen, Margriet, Muskuskruid, Pilzegge, Rapunzelklokje, Struikhei, Valse salie, Wilde kamperfoelie
BE2100045-11 Weidebeekjuffer Knoopkruid s.l., Margriet
BE2100045-12 Adelaarsvaren, Blauwe knoop, Bleeksporig bosviooltje, Bosanemoon, Bosgierstgras, Dalkruid, Drienerfmuur, Echte guldenroede, Gewone salomonszegel, Glad walstro, Grote bevernel, Hulst, Kleine maagdenpalm, Knoopkruid s.l., Koningsvaren, Lelietje-van-dalen, Margriet, Pilzegge, Rapunzelklokje, Ruige veldbies, Valse salie, Veelbloemige veldbies, Verspreidbladig goudveil, Vingerhoedskruid, Wilde kamperfoelie, Witte klaverzuring
BE2100045-13 Buntgras, Glad walstro, Heidespurrie, Hulst, Kraailook, Margriet, Struikhei, Tandjesgras, Valse salie, Veelbloemige veldbies, Zompzegge
BE2100045-14 Gekraagde roodstaart Boszegge, Drienerfmuur, Drijvende waterweegbree, Dubbelloof, Hulst, Klokjesgentiaan, Knoopkruid s.l., Koningsvaren, Liggend hertshooi, Moeraswolfsklauw, Naaldwaterbies, Pilzegge, Struikhei, Tandjesgras, Teer vederkruid, Trekrus, Valse salie, Veelbloemige veldbies, Vingerhoedskruid, Vlottende bies, Wilde kamperfoelie
BE2100045-16 Valse salie
BE2100045-17 Grasmus Framboos, Glad walstro, Haaksterrenkroos, Knoopkruid s.l., Kraailook, Loos blaasjeskruid, Veldlathyrus, Wilde kamperfoelie
BE2100045-18 Grote bonte specht Zilte zegge
BE2100045-19 Bosrietzanger, Braamsluiper, Dodaars, Grasmus, Grote bonte specht, Hazelworm, Nachtegaal, Roodborsttapuit Knoopkruid s.l., Margriet, Rapunzelklokje, Vingerhoedskruid
BE2100045-21 Dwergmuis, Grasmus, Grote bonte specht, Kleine bonte specht, Nachtegaal Bloedzuring, Bosanemoon, Drienerfmuur, Gevlekte aronskelk, Gewone salomonszegel, Glad walstro, Groot heksenkruid, Hulst, Kleine maagdenpalm, Knoopkruid s.l., Kraailook, Margriet, Muskuskruid, Reuzezwenkgras, Vingerhoedskruid, Wilde kamperfoelie
BE2100045-22 Bergeend, Bosuil, Braamsluiper, Bruine korenbout, Grote bonte specht, Havik, Kleine bonte specht, Snoek, Wekkertje, Wespendief, Wielewaal, Zwarte specht Gewone salomonszegel, Hulst, Knoopkruid s.l., Lelietje-van-dalen, Margriet, Vingerhoedskruid
BE2100045-25 Dwergmuis Liggend hertshooi
BE2100045-26 Bosuil, Bruin blauwtje, Grasmus, Grote bonte specht, Kleine bonte specht Bittere veldkers, Bloedzuring, Boskortsteel, Boszegge, Daslook, Drienerfmuur, Gevlekte aronskelk, Glad walstro, Grote bevernel, Hulst, Knoopkruid s.l., Liggend hertshooi, Margriet, Muskuskruid, Reuzenpaardenstaart, Veelbloemige veldbies, Veldlathyrus, Vingerhoedskruid
BE2100045-27 Bruin blauwtje, Grasmus, Snoek Echte guldenroede, Gewone salomonszegel, Glad walstro, Knoopkruid s.l., Kraailook, Margriet
BE2100045-28 Bergeend, Weidebeekjuffer Bleeksporig bosviooltje, Bloedzuring, Drienerfmuur, Duinvogelmuur, Framboos, Gevlekte aronskelk, Gewone salomonszegel, Glad walstro, Goudhaver, Grote bevernel, Hangende zegge, Hulst, Knoopkruid s.l., Lelietje-van-dalen, Liggend hertshooi, Maarts viooltje, Margriet, Muskuskruid, Valse salie, Veldlathyrus, Vingerhoedskruid, Wilde kamperfoelie
BE2100045-30 Bosrietzanger, Bruin blauwtje, Bruine korenbout, Grasmus, Grote bonte specht Drienerfmuur, Gewone salomonszegel, Groot streepzaad, Kraailook, Margriet, Rapunzelklokje, Vingerhoedskruid
BE2100045-31 Adelaarsvaren, Bleeksporig bosviooltje, Bosanemoon, Boszegge, Dalkruid, Drienerfmuur, Echte guldenroede, Framboos, Gewone salomonszegel, Glad walstro, Glanzig fonteinkruid, Grote bevernel, Hangende zegge, Kikkerbeet, Knoopkruid s.l., Lelietje-van-dalen, Liggend hertshooi, Margriet, Rapunzelklokje, Valse salie, Veelbloemige veldbies, Veldlathyrus, Vingerhoedskruid, Wilde kamperfoelie
BE2100045-32 Bruine korenbout, Havik Adelaarsvaren, Drienerfmuur, Dubbelloof, Framboos, Gewone salomonszegel, Hulst, Koningsvaren, Liggend hertshooi, Maarts viooltje, Margriet, Naaldwaterbies, Pilzegge, Struikhei, Veelbloemige veldbies, Vingerhoedskruid, Vlottende bies, Wilde kamperfoelie, Zompzegge

6 Referenties

1.:  Geert De Knijf, Desiré Paelinckx (2012). Typische faunasoorten van de verschillende Natura 2000 habitattypes, in functie van de beoordeling van de staat van instandhouding op niveau Vlaanderen (ref. INBO.A.2013.139)

2.: Adriaens, Dries; Adriaens, Tim; Ameeuw, Griet (2008). Ontwikkeling van criteria voor de beoordeling van de lokale staat van instandhouding van de habitattypische soorten (ref. INBO.R.2008.35)

3: Adriaens, P. & Ameeuw, G. (red) (2008). Ontwikkeling van criteria voor de beoordeling van de lokale staat van instandhouding van de vogelrichtlijnsoorten.  D/2008/3241/287 (ref.INBO.R.2008.36)

4.: Maes et al. (2015). Afbakenen van potentiële leefgebiedenkaarten voor Europese en Vlaamse prioritaire soorten in het kader van de voortoets. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2015. (versie 2.0). (ref. INBO.R.2015.10201559). 

5: : Maes D., Anselin A., De Knijf G., Denys L., Devos K., Gouwy J., Leyssen A., Packet J., Pauwels I., Pollet M., Speybroeck J., Stienen E., Thomaes A., T’jollyn F., Van Den Berge K., Van Landuyt W., Van Thuyne G., Vermeersch G. & Verhaeghe F. (2017). Afbakenen van actueel relevant potentieel leefgebied voor een selectie van Europees prioritaire soorten. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2017 (30) (ref. INBO.R.12602606 . Brussel: Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel.

6.: Dirk Maes, Koen Devos, Anny Anselin, Eric Stienen, David Buysse, Ine Pauwels & Thierry Onkelinx (2016). Advies over de leefgebiedenkaarten van Natura 2000-soorten (ref. INBO.A.3415)

7.: De Knijf, Geert; Vermeersch, Glenn (datum). Advies over de actuele verspreiding van de habitattypische soorten per SBZ-H deelgebied - deel fauna (ref. INBO.A.3233)

8.: Van Landuyt, Wouter; De Knijf, Geert (2014). Advies over de verspreiding van de habitattypische soorten per SBZ-H deelgebied - deel flora (ref. INBO.A.3192)

9. De Saeger, S., Guelinckx, R., Oosterlynck, P., De Bruyn, A., Debusschere, K., Dhaluin, P., ... Paelinckx, D. (2020). Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart, uitgave 2020. (Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek; Nr. 35). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. https://doi.org/10.21436/inbor.18840851