landschap met schapen © Veronique De Smedt

Zandleemstreek

BE2300044 - Bossen van het zuidoosten van de Zandleemstreek

1 Inleiding

Het Natura 2000-netwerk is een samenhangend Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. Deze zijn aangewezen op basis van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen om Europees beschermde habitattypes en soorten de kans te geven duurzaam te overleven en zo de Europese biodiversiteit te bewaren. In Vlaanderen zijn 62 Natura 2000-gebieden aangeduid, ook speciale beschermingszones (hierna: SBZ) genoemd. Deze gebieden zijn essentieel voor het bereiken van de gunstige staat van instandhouding van Europees te beschermen habitats en soorten. Voor Vlaanderen gaat het om 47 habitattypes, 49 dier- en plantensoorten en 58 vogelsoorten. 

Alle lidstaten van de Europese Unie zijn verplicht om de nodige maatregelen te nemen om een ‘gunstige staat van instandhouding’ te realiseren voor Europees te beschermen habitats en soorten. Om deze maatregelen in te vullen heeft de Vlaamse Regering instandhoudingsdoelstellingen (hierna: doelen) op Vlaams niveau en per SBZ bepaald. Op Vlaams niveau zijn dit de zogenaamde gewestelijke instandhoudingsdoelstellingen (hierna: G-IHD) en per SBZ zijn dit de zogenaamde specifieke instandhoudingsdoelstellingen (hierna: S-IHD). Deze S-IHD zijn, na een intensief overlegproces tussen 2010 en 2013, vastgesteld in aanwijzingsbesluiten (de S-IHD-besluiten) door de Vlaamse Regering op 23 april 2014. 

De realisatie van de doelen wordt gefaseerd en programmatisch aangepakt. Vlaanderen moet elke zes jaar aan Europa rapporteren, daarom is ook voor de realisatie gekozen voor cycli van maximaal zes jaar. Per cyclus of planperiode wordt een Vlaams Natura 2000-programma opgemaakt met een Vlaamse taakstelling en acties voor de komende periode. Het programma omschrijft ook welke organisaties betrokken zijn en geeft een raming van de uitgaven voor de uitvoering van het programma.  

Focus Vlaams Natura 2000 programma 2016–2020

Omdat Vlaanderen in 2020 aan Europa moet rapporteren, loopt de eerste cyclus van het Vlaams Natura 2000-programma van 2016 tot 2020. Op het moment van publicatie van dit voortgangsdocument bestaat er nog geen nieuw Vlaams Natura 2000-programma voor de volgende planperiode (2021-2026), zodat het bestaande programma volgens de regelgeving geldig blijft.  

Voor deze eerste cyclus is vertrokken van de Europese Biodiversiteitsstrategie 2020 en van het Pact 2020. In het Vlaams Natura 2000-programma zijn een bindende en een richtinggevende taakstelling geformuleerd als een gefaseerd kader voor de realisatie van de doelen.

Het bindend deel van de taakstelling in het Vlaams Natura 2000-programma omvat:

  • het stoppen of vermijden van de verdere achteruitgang van Europees te beschermen habitattypes of soorten (stand still);
  • dat 16 van de 47 Europees te beschermen habitattypes in een gunstige staat verkeren of zijn verbeterd ten opzichte van 2007 (zie bijlage 5 van het Vlaams Natura 2000-programma).

Het bindend deel van de taakstelling moet tegen 2020 worden gerealiseerd.

Het richtinggevende deel van deze taakstelling omvat:

  • dat tegen 2020 voor alle Europees te beschermen habitattypes en soorten samen 70% van de inspanningen operationeel zijn, zodat alle habitats en soorten in een gunstige staat van instandhouding kunnen worden gebracht tegen 2050. Voor soorten die extra oppervlakte leefgebied nodig hebben, moet een derde van de extra oppervlakte gerealiseerd zijn door inrichting en beheer.

De maatregelen nodig om het richtinggevende deel van de taakstelling te realiseren, kunnen al in deze planperiode opgestart worden of, indien al in planning of uitvoering, verder lopen. Deze maatregelen moeten niet noodzakelijk afgerond zijn tijdens de looptijd. In de inspanningsmatrix (hoofdstuk 4 van het voortgangsdocument) is voor elke actie aangegeven of deze behoort tot het bindend of het richtinggevend deel van taakstelling van het Vlaams Natura 2000-programma.

Doelstelling van het voortgangsdocument

Het voortgangsdocument wordt opgemaakt met het oog op:

  • het gradueel realiseren van de S-IHD;
  • het vermijden of stoppen van de verslechtering van de Europees te beschermen habitats en de leefgebieden van Europees te beschermen soorten;
  • het vermijden of het stoppen van de betekenisvolle verstoring van de Europees te beschermen soorten.

Het Agentschap voor Natuur en Bos (hierna: het ANB) maakt het voortgangsdocument op en beheert het. Dit voortgangsdocument beschrijft de inspanningen die volgens de inventaris hiervan in 2017 geleverd worden door de organisaties voor wie het beheren en ontwikkelen van natuur een maatschappelijke opdracht is. Dit zijn het ANB, de verschillende openbare besturen en de erkende terreinbeherende verenigingen. Tevens biedt het een overzicht van de openstaande taakstelling en van de acties die, volgens de huidige plannen en inzichten, nodig zijn voor de realisatie ervan. Zo vormt het voortgangsdocument het vertrekpunt en de inspiratiebron voor het bereiken van de doelen voor iedereen die daaraan kan bijdragen.

Situering van het SBZ

2 Taakstelling

Voor elke SBZ werden door de Vlaamse Regering de specifieke doelen voor Europees te beschermen habitats en soorten en de prioritaire inspanningen vastgesteld in een S-IHD-besluit. Deze doelen worden in dit voortgangsdocument weergegeven in hoofdstuk 2.1. Deze zijn daarbij geclusterd in landschapstypes. Per Europees te beschermen soort en habitat zijn het gebiedsgericht kwantiteitsdoel (populaties of oppervlakten) en kwaliteitsdoel beschreven. Hoofdstuk 2.2 geeft prioritaire inspanningen weer, die in het S-IHD-besluit vastgesteld zijn voor het realiseren van de doelen. 

2.1 Doelen

Legende bij de oppervlakte-, populatie- en kwaliteitsdoelen

Symbool

Omschrijving

+

Het doel is een stijging van de oppervlakte of populatiegrootte / een verbetering van de kwaliteit.

=

Het minimale doel is het behoud van de oppervlakte of populatiegrootte / het behoud van de kwaliteit.

=/+

Het minimale doel is het behoud van de oppervlakte of populatiegrootte / het behoud van de kwaliteit met lokale uitbreidingsmogelijkheid.

=/-

Het minimale doel is het behoud van de oppervlakte of populatiegrootte / het behoud van de kwaliteit met lokale inkrimpingsmogelijkheid.

In onderstaande tabel met de doelen voor het SBZ worden doelstellingen voor enerzijds het gedeelte dat habitatrichtlijngebied is en anderzijds het gedeelte dat 'zuiver vogelrichtlijngebied' (lees: enkel vogelrichtlijngebied en geen habitatrichtlijngebied) is, niet onderscheiden, maar geïntegreerd. Aan de drie criteria die tegelijk vervuld dienen te zijn om deze doelen voor beide ruimtelijk afgebakende gebieden van elkaar te onderscheiden, werd immers niet voldaan. De drie criteria zijn: 

  • het zuiver vogelrichtlijngebied handelt over een relevante oppervlakte; 

  • het betreft in dit gebied relevante doelstellingen doelen en; 

  • de doelen die in het gedeelte dat zuiver vogelrichtlijngebied is, gerealiseerd dienen te worden, zijn (reeds in dit stadium) bekend.] 

Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen

In de ‘Bossen van het zuidoosten van de zandleemstreek’ wordt het boslandschap beschouwd als bestaande uit de habitattypes 9120, 9130, 9160, 91E0 en 6430_boszomen, waarbinnen zeer plaatselijk heide- en heischrale habitattypes 2310, 2330, 4010, 4030 en 6230 door beheer van open plekken voorkomen.

Voor de boshabitattypes 9120, 9130, 9160 en 91E0 wordt deze SBZ als ‘zeer belangrijk’ beschouwd. De habitattypes 6430_boszomen, 6230, 4010 en 4030 zijn ‘belangrijk’, terwijl er een kennislacune bestaat voor de heidehabitats 2310 en 2330.

Er wordt gestreefd naar de realisatie van 5 grotere robuuste boscomplexen, die op lange termijn garanties bieden voor de instandhouding van leefbare populaties van habitattypische soorten zoals zwarte specht, middelste bonte specht en wespendief. Hierdoor kunnen knelpunten als sterke versnippering en slecht gebufferde bossen die onderhevig zijn aan eutrofiëring / nutriëntenaanrijking gemilderd worden. Robuustere kernen verhogen tevens de draagkracht van de gebieden.

Concreet kunnen enkele grote categorieën op vlak van doelstellingen onderscheiden worden voor de bossen:

1. Kwaliteitsverbetering op vlak van structuur

Door het toepassen van een natuurgericht bosbeheer in bossen zal het aandeel aan dikke bomen, dood hout, gevarieerde randen en open plekken op termijn toenemen. Dit zijn maatregelen die veel van de habitattypische soorten en bijlagesoorten ten goede zullen komen. Een dergelijk natuurgericht beheer wordt voorzien in veel beheerplannen, voor bossen in eigendom van/beheerd door het ANB of de erkende terreinbeherende verenigingen. Bij andere openbare besturen en privé-bossen gelegen in VEN zal door toepassen van de CDB, ook de structuurdiversiteit op termijn nog toenemen.

Ook de ontwikkeling van gevarieerde bosranden en –zomen zijn voor de SBZ van belang. Op de droge tot natte gronden is het van belang om gevarieerde bosranden en -zomen (o.a. habitattype 6430_subtype boszoom) te voorzien om kleine populaties van habitattypische soorten als sleedoornpage, levendbarende hagedis, hazelworm, zomertortel, etc. te kunnen realiseren. Meest geschikte zones op droge gronden zijn de steilere, zuidelijk gerichte hellingen, met mogelijke overgangen naar habitattype 6510 (zie verder). Op de rijkere natte bodemtypes zijn dergelijke randen en zomen van belang om optimale condities te creëren voor leefbare populaties van habitattypische soorten van natte ruigtes en graslanden (rietgors, …) – evenals meer habitattypische soorten van lichtrijke natte bossen (nachtegaal, kleine ijsvogelvlinder).

Heischrale graslanden en heidevegetaties zijn slechts beperkt aanwezig als effectief habitat. Nochtans komen in verschillende deelgebieden relictsoorten voor in de ondergroei en op lichtrijke plekken van een aantal bossen (zowel loof- als naaldhout), in bosdreven, bosranden en bermen. Binnen de deelgebieden dient in eerste instantie zorg besteed te worden aan het behoud van de aanwezige heischrale graslanden en heidevegetaties, De realisatie van een drietal kernen van heischrale graslanden en heidevegetaties (habitattypes 2310, 2330, 4010, 4030 en 6230) wordt nagestreefd gesteld in deelgebieden 1-2 Makkegemse bossen, 11 Serskampse – Oud Smetleedse bossen en in deelgebied 21 Pikhakendonk – Hollaken. De realisatie van deze heidekernen kan door het toepassen van het open plekken beheer binnen boshabitats, waarbij open plekken tot 3 ha mogelijk zijn. De realisatie is voorzien op terreinen van het ANB of natuurbeherende verenigingen De totale oppervlakterealisatie van deze permanente open plekken binnen de boshabitats bedraagt 3 - 5 ha in deelgebied 1 Makegemse bossen, 5-8 ha in deelgebied 11 Serskampse bossen en 1- 2 ha rivierduinvegetatie in deelgebied 21 Pikhakendonk.

2. Realisatie van kwalitatief degelijke grote boshabitatkernen

De realisatie van een aantal grote robuuste boskernen, die leefbare populaties bevatten van grotere oppervlaktebehoevende faunasoorten, is een belangrijk streefdoel om een goede staat van instandhouding te bereiken binnen de SBZ ‘Bossen het zuidoosten van de zandleemstreek’ voor de boshabitats. Door de realisatie van grote boskernen (> 150 ha) kunnen ook lange termijngaranties gegeven worden voor stabiele populaties van onder meer de bijlagesoorten middelste bonte specht, zwarte specht en wespendief, maar evenzeer voor tal van andere habitattypische soorten zoals havik, zomertortel matkop…

Er worden 5 robuuste boskernen beoogd:

  • Makegemse bossen: dit boscomplex omvat deelgebieden 1 Makegemse bossen met Makegembos, Bruinbos, Heilig Geestgoed, Harentbeekbos en Molenbeekvallei en 2 Makegemse bossen met Nerenbos. Er wordt een boscomplex met een richtwaarde van 215 ha beoogd. Dit komt overeen met de visie om de Makegemse bossen samen met het Aalmoezeneijebos te ontwikkelen tot regionaal bos in O-Vlaanderen, waarbinnen de ecologische doelstellingen overwegen (Econnection, 2004);
  • Serskampse – Oud Smetleedse bossen: deze boskern met een richtwaarde van 176 ha is voorgesteld in deelgebieden 8 Hospiesbos, 9 Boskantgracht, 10 Serskampse – Oud Smetleedse bossen (Koningsbos) en 11 Serskampse – Oud Smetleedse bossen;
  • Buggenhoutbos (deelgebied 13): voor deze boskern is de richtwaarde 166 ha bos gelegen binnen SBZ ;
  • ’s Gravenbos – Driesbos - Kollintenbos: een boskern met een richtwaarde van 207 ha is tot doel gesteld in deelgebied 14 Bos van Aa, Kollintenbos, ’s Gravenbos, Driesbos.
  • Aalmoezeneijebos: deze kleinere boskern is gelegen in deelgebied 22 Aalmoezeneijebos en Gondebeekvallei met een richtwaarde van 37 ha. Samen met de Makegemse bossen zal het Aalmoezeneijebos het regionaal bos van Oost-Vlaanderen vormen (Econnection, 2004).



Volgende methoden kunnen de realisatie van deze boskernen bewerkstelligen:

  • A. Omvorming van bestaande ‘niet habitatwaardige’ bossen. In de door de Vlaamse overheid beheerde bossen en bossen in beheer van de erkende terreinbeherende verenigingen en in het kader van herstelprojecten worden maatregelen voorzien welke tot bijkomend habitat zullen leiden. 20-80% van de niet inheemse bestanden zal hier op termijn tot bijkomend habitat leiden. Via stimulerende maatregelen, kunnen ook privé-eigenaars ingezet worden om bijkomend habitat te realiseren. Zij kunnen een uitgebreid bosbeheerplan opstellen, waarbij ook de CDB dienen gevolgd te worden.
  • B. Bosuitbreiding. Het grootste aandeel voor realisatie van bijkomend habitat zal voor dit SBZ dienen te gebeuren via bosuitbreiding

3. Het degelijk bufferen van kleinere boskernen en / of verbinden van kleinere boskernen

Dit is een algemene doelstelling die voor de kleinere boskernen binnen de verschillende deelgebieden van de SBZ ‘Bossen van het zuidoosten van de zandleemstreek’ voorgesteld wordt. Veel kleine boskernen in de deelgebieden voldoen niet aan het MSA en zijn bovendien vaak in een agrarisch gebied gelegen, waardoor ze slecht gebufferd zijn. Hierdoor is het verdwijnen van habitattypische bossoorten in deze kernen een reëel gevaar. Door deze kernen, die vaak kleine en kwetsbare satellietpopulaties van typische soorten bevatten, te bufferen en uit te breiden of ze te verbinden met de grotere bossen, kan de kans op het lokaal uitsterven sterk worden gereduceerd. Dit gaat om verbindingen via kleinschalige bosuitbreiding tot kleinschalige landschappelijke elementen zoals hagen en houtkanten binnen SBZ. Kleinschalige bosuitbreidingen (in totaal ca 80 ha) worden voorgesteld in de deelgebieden 3 Gentbos, 4 Drooghout met Kerkesbeek – Molenbeekvallei, 5 Gootbos, 6 Hoekske Ter Hulst, 12 Molenbeek – Dorenbeekvallei bij Honegem, Zolegem, Sint-Appolonia 21 Pikhakendonk, Hollaken. 

Habitats - Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen

Habitat Oppervlaktedoelstelling Kwaliteitdoelstelling
Doel = +
2330 - Open grasland met Corynephorus- en Agrostis-soorten op landduinen Omschrijving

Actueel: 1,3 ha + relicten in mozaïek met habitattypes 2310 en 4030
Doel: behoud actuele oppervlakte

Duurzaam behoud.

Doel = +
4010 - Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix Omschrijving

Actueel: 0,02 ha
Doel: behoud actuele oppervlakte.

Duurzaam behoud.

Doel = +
4030 - Droge Europese heide Omschrijving

Actueel: 2 ha
Doel: behoud actuele oppervlakte.

Duurzaam behoud.

Doel = +
6230 - Soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems van berggebieden (en van submontane gebieden in het binnenland van Europa) Omschrijving

Actueel:1,2 ha
Doel: behoud actuele oppervlakte.

Duurzaam behoud, voldoende staat van instandhouding met meer sleutelsoorten.

Doel + +
6430_bz – subtype boszoom - Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland, en van de montane en alpiene zones subtype boszoom Omschrijving

Doel: 1/5 van bosranden ontwikkelen als goed ontwikkelde boszomen, voornamelijk van de vochtige bossen (habitats 9130, 9160 en 91E0). Voor het habitattype wordt geen oppervlaktedoel geformuleerd, aangezien deze bij de oppervlaktedoelen van de andere boshabitats gerekend wordt.

Voldoende tot goede staat van instandhouding, met mantelzoomvegetaties van meer dan 5 meter breedte. De vegetatie heeft geleidelijke overgangen van kruidige delen (zoom) via struwelen (mantel) naar aangrenzend bos met de aanwezigheid van habitattypische planten- en diersoorten.

Doel + +
9120 - Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex en soms ook Taxus in de ondergroei (Quercion robori-petraeae of Ilici-Fagenion) Omschrijving

Actueel: 404 ha
Doel: toename van 128 ha met een richtwaarde van 73 ha door bosuitbreiding tot een totale oppervlakte van 532 ha.

Goede staat van instandhouding in “grote boshabitatkernen” (voor selectie deelgebieden, zie bovenstaande tekst ‘boslandschap’). Voldoende tot goede staat van instandhouding in kleinere boskernen, met een goede staat met betrekking tot habitatstructuur en verstoring. Streven naar een mozaïekstructuur door structuurbepalende processen kansen en ruimte te bieden.

Permanente open plekken dienen in deelgebieden 1 Makegemse bossen, 11 Serskampse bossen en 21 Pikhakendonk, een duurzaam behoud op langere termijn te garanderen van de zeldzamere intermediaire Atlantische heidevegetaties (2130, 2330, 4010, 4030 en 6230). De oppervlakterealisatie van deze permanente open plekken (tot 3 ha per plek) bedraagt 3 - 5 ha in deelgebied 1 Makegemse bossen, 5-8 ha in deelgebied 11 Serskampse bossen en 1- 2 ha rivierduinvegetatie in deelgebied 21 Pikhakendonk.

Doel + +
9130 - Beukenbossen van het type Asperulo-Fagetum Omschrijving

Actueel: 62 ha
Doel: toename van 54 ha met een richtwaarde van 38 ha door bosuitbreiding tot een totale oppervlakte van 116 ha.

Zie doelen habitattype 9120 (Landschap: Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen).

Doel + +
9160 - Sub-Atlantische en Midden-Europese wintereikenbossen of eiken-haagbeukbossen behorend tot het Carpinion-betuli Omschrijving

Actueel: 38 ha
Doel: toename van 31 ha met een richtwaarde van 24 ha door bosuitbreiding tot een totale oppervlakte van 69 ha.

Goede staat van instandhouding in “grote boshabitatkernen” (deelgebieden 9 Boskantgracht en 14 Bos van Aa, Kollintenbos, ’s Gravenbos, Driesbos). Streven naar een mozaïekstructuur door structuurbepalende processen kansen en ruimte te bieden.

Doel + +
91E0 - Alluviale bossen met Alnus glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae, Salicion albae) - alle subtypes Omschrijving

Actueel : 173 ha
Doel: (alle subtypes) toename van 105 ha met een richtwaarde van 77 ha door bosuitbreiding tot een totale oppervlakte van 278 ha.

Zie specifieke subtypes 91E0 (Landschap: Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen).

Doel + +
91E0_bron: subtype bronbossen (Goudveil-essenbossen) & 91E0_veb: subtype Vogelkers-essenbos Omschrijving

Actueel: 126 ha
Doel: zie bij 91E0

Goede staat van instandhouding in “grote boshabitatkernen” (voor selectie deelgebieden, zie bovenstaande tekst ‘boslandschap’). Voldoende tot goede staat van instandhouding in kleinere boskernen, met een goede staat met betrekking tot habitatstructuur en verstoring. Streven naar een mozaïekstructuur door structuurbepalende processen kansen en ruimte te bieden.

Doel = +
91E0_vm : subtype mesotroof elzenbroek Omschrijving

Actueel: 17 ha
Doel: Behoud huidige oppervlakte.

Voldoende staat van instandhouding.

Doel + +
91E0_vn: subtype eutroof elzenbos Omschrijving

Actueel: 30 ha
Doel: zie bij 91E0

Voldoende staat van instandhouding.

Soorten - Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen

Soort Populatiedoelstelling Kwaliteitdoelstelling
Doel =/+ +
Brandts vleermuis/Gewone baardvleermuis, Gewone/Grijze grootoorvleermuis Omschrijving

Instandhouding of groei van de populaties.

Instandhouding, herstel en ontwikkeling van lijnvormige KLE’s als verbinding tussen foerageergebieden. Behoud en verbetering habitatkwaliteit voor zomerkolonies (holle bomen, vervangen ongewenste loofhoutsoorten). Specifieke inrichting (kerk)zolders.

Doel + +
Franjestaart, Meervleermuis, Rosse vleermuis, Ruige dwergvleermuis, Watervleermuis Omschrijving

Aanwezigheid van zomerkolonies van de soorten, met jaarlijks zwangere wijfjes en/of juvenielen. De aanwezigheid van duurzame populaties van elk van deze soorten wordt nagestreefd.

Verhoging van structuurdiversiteit in de bossen. Behoud en verbetering kwaliteit waterpartijen. Behoud en uitbreiding van verbindingen en lijnvormige landschapselementen. De doelen worden gerealiseerd in het kader van doelen habitats 6430, 9120, 9130 en 91E0.

Doel = =/+
Gewone dwergvleermuis, Kleine dwergvleermuis, Laatvlieger Omschrijving

Instandhouding van de actuele populatie.

Instandhouding, herstel en ontwikkeling van lijnvormige KLE’s. Specifieke inrichting (kerk)zolders.

Doel + +
Kamsalamander Omschrijving

Uitbreiding van het leefgebied en huidige populaties waarbij gestreefd wordt naar een minimum van 50 adulte individuen per populatie in deelgebieden 1, 8, 9, 11, 12, 13, 14, 17, 19 en 21.

Goede staat van instandhouding met betrekking tot water- (telkens > 5 poelen per deelgebied) en landhabitat. Opheffen van migratie barrières en aanleg of herstel van diepe poelen die niet droogvallen in de zomer. Verbetering van de kwaliteit van het omringende landschap (kleinschalige landschapselementen, struwelen,...) om de connectiviteit te verbeteren.

Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien

Het grasland- en moeraslandschap wordt beschouwd als een samenhangend complex van bloemrijke hooilanden (6510), schralere graslandtypes (6410, 6230) en natte ruigtes (6430) Tevens worden eutrofe plassen (3150) toegevoegd.

De SBZ BE2300044 ‘Bossen van het zuidoosten van de zandleemstreek’ is in de G-IHD als ‘essentieel’ voor het habitattype 6510, ‘zeer belangrijk’ voor het habitattype 6410 en ‘belangrijk’ voor het habitattype 6430 aangeduid. Er is een kennislacune voor wat het habitattype 3150 betreft.

De aanwezigheid van een aantal grotere grasland- en moerascomplexen [*] is noodzakelijk voor de instandhouding van habitattypische soorten gebonden aan deze bloemenrijke graslanden en moerassen, waarbij voor zowel insectenfauna als habitattypische vogelsoorten zoals kwartelkoning (deelgebied 21 Pikhakendonk), paapje, rietgors, sprinkhaanzanger, ijsvogel en slobeend duurzame leefgebieden gecreëerd worden.

Binnen de deelgebieden dient in eerste instantie zorg besteed te worden aan de kwaliteitsverbetering van de aanwezige grasland- en moerashabitats.

Daarnaast worden in de SBZ ‘Bossen van het zuidoosten van de zandleemstreek’ 5 kernen van grasland en moerasvegetaties tot doel gesteld met telkens een oppervlakte van ongeveer 30 ha in de volgende deelgebieden :

  • Deelgebied 4 Drooghout met Kerkesbeek – Molenbeekvallei, waar het overstromingsgebied Moortsele wordt aangelegd gecombineerd met specifieke natuurinrichting (Econnection, 2006). De tot doel gestelde habitattypes zijn 6430 en 6510; in dit gebied is er maar ruimte voor een kern van ca. 15 ha
  • Deelgebied 12 Molenbeek – Dorenbeekvallei bij Honegem, Zolegem, Sint-Appolinia, waar een grotere oppervlakte 6510 (subtype glanshavergrasland) tot doel gesteld is met een richtwaarde van 33 ha. Daarnaast is er ook een uitbreiding in oppervlakte voorgesteld voor habitattype 6410 ;
  • Deelgebied 14 Bos van Aa, Kollintenbos, ’s Gravenbos, Driesbos waar het beheer van het Bos van Aa gericht is op de ontwikkeling en het handhaven van een relatief open gebied met enerzijds waterpartijen en verlandingsvegetaties (3150) en anderzijds soortenrijke graslandvegetaties (6430, 6510 – voor de types in de heidesfeer wordt verwezen naar de boshabitats);
  • Deelgebied 19 Dorent-Nelebroek: voor ontwikkeling van pimpernelgraslanden (6510_hus) en glanshavergraslanden (6510_hu), beide subtypes hebben hier een erg grote potentie, en natte ruigte (6430);
  • Deelgebied 21 Pikhakendonk, Hollaken, waar een GOG en wetland voorzien zijn in het kader van het Sigmaplan. Ook hier is er grote potentie voor de ontwikkeling van pimpernelgraslanden (6510_hus, uitbreiding met 26 ha voorzien in het Sigmaplan), zodat hierop maximaal ingezet wordt, naast de gewone glanshavergraslanden (6510_hu). Daarnaast worden ook de uitbreiding van eutrofe plassen (3150) beoogd. Er wordt in dit gebied 1 broedpaar kwartelkoning tot doel gesteld.

In een aantal deelgebieden worden beperktere uitbreidingen voorzien van de grasland- en moerashabitats. Hierbij wordt er enerzijds naar gestreefd om de aanwezige grasland- en moerashabitats beter te bufferen en/of te verbinden (door beperktere uitbreidingen van habitattypes en/of behoud/ontwikkeling van RBB’s) en anderzijds overgangen naar bosranden en –zomen verder te ontwikkelen. Door deze kleinere ‘snippers’, die vaak kleine en kwetsbare satellietpopulaties van typische soorten bevatten, te behouden en verder te ontwikkeling (met beperktere uitbreidingen), kan de kans op het lokaal uitsterven sterk worden gereduceerd. Kleinschalige uitbreidingen worden voorgesteld in de deelgebieden 1 Makegemse bossen met Makegembos, Bruinbos, Heilig Geestgoed, Harentbeekbos en Molenbeekvallei en 9 Boskantgracht.

Daarnaast zijn in de SBZ-gebieden plaatselijk potenties aanwezig voor de verdere ontwikkeling van het habitattype 3150 (eutrofe plassen). Deze situeren zich in deelgebieden 14 Bos van Aa, Kollintenbos, ’s Gravenbos, Driesbos, 17 Kesterbeek, Lareveld en 21 Pikhakendonk, Hollaken en kunnen bijdragen aan een duurzame instandhouding van de populaties kamsalamander, kleine modderkruiper en bittervoorn en als foerageergebied voor o.a. ijsvogel.

[*] De totale oppervlakte is de som van habitattypes 6230, 6410, 6430, 6510 en RBB’s (vnl. dotterbloemhooilanden, rietlanden, kleine en grote zeggenvegetaties en moerasspirearuigten).

Habitats - Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien

Habitat Oppervlaktedoelstelling Kwaliteitdoelstelling
Doel + +
3150 - Van nature eutrofe meren met vegetatie van het type Magnopotamion of Hydrocharition Omschrijving

Actueel: 0,38 ha
Doel: toename van 8 ha door omvorming van bestaande plassen in deelgebieden 14 en 17 . In de oeverzone van de verschillende plassen in deelgebied 14 wordt het habitat nagestreefd.

Behoud sleutelsoorten / streven naar voldoende sleutelsoorten van het habitattype.

Doel + +
6410 - Grasland met Molinia op kalkhoudende, venige of lemige kleibodem (Eu-Molinion) veldrustype Omschrijving

Actueel: 1,2 ha
Doel: toename naar 4 ha door omvorming van bestaande graslanden reeds in natuurbeheer door een natuurbeherende vereniging in deelgebied 12.

Voldoende staat van instandhouding van subtype veldrusassociatie, waarbij het habitattype een voldoende aantal en bedekking van sleutelsoorten bezit.

Doel =/+ +
6430 - Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland, en van de montane en alpiene zones subtype natte ruigte Omschrijving

Actueel: 17 ha
Doel: toename van 1 ha naar 18 ha

Voldoende tot goede staat van instandhouding, verhoging van de habitatkwaliteit

Doel + +
6510 - Laaggelegen schraal hooiland (Alopecurus pratensis, Sanguisorba officinalis), subtype Glanshavergraslanden (Arrhenaterion) en subtype Grote pimpernelgraslanden Omschrijving

Actueel: 16,8 ha
Doel: toename van 119 ha naar 136 ha, met als richtwaarde voor uitbreiding 104 ha in deelgebieden 1, 4, 9, 12, 14, 19 en 21. In deelgebieden 19 en 21 wordt ontwikkeling van Grote pimpernelgraslanden nagestreefd. Plaatselijk herstel van samenhangende hooiland- en moerascomplexen met hoge faunawaarde. De doelen van 26 ha grote pimpernelgrasland en 24 ha glanshavergrasland in deelgebied 21 en van 18 ha pimpernelgrasland en 26 ha glanshavergrasland in deelgebied 19 zijn gesteld in het Sigma-inrichtingsplan.

Goede staat van instandhouding met inbegrip van een gunstige waterhuishouding.

Soorten - Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien

Soort Populatiedoelstelling Kwaliteitdoelstelling
Doel =/+ +
Bittervoorn Omschrijving

Behoud van de huidige populaties en areaal, met een mogelijke toename.

Voldoende tot goede staat van instandhouding. Streven naar een verbetering van de waterkwaliteit (traag stromende wateren) en een toename van de waterplantenvegetatie.

Doel =/+ +
Brandts vleermuis/Gewone baardvleermuis, Gewone/Grijze grootoorvleermuis Omschrijving

Instandhouding of groei van de populaties.

Instandhouding, herstel en ontwikkeling van lijnvormige KLE’s als verbinding tussen foerageergebieden. Behoud en verbetering habitatkwaliteit voor zomerkolonies (holle bomen, vervangen ongewenste loofhoutsoorten). Specifieke inrichting (kerk)zolders.

Doel + +
Franjestaart, Meervleermuis, Rosse vleermuis, Ruige dwergvleermuis, Watervleermuis Omschrijving

Aanwezigheid van zomerkolonies van de soorten, met jaarlijks zwangere wijfjes en/of juvenielen. De aanwezigheid van duurzame populaties van elk van deze soorten wordt nagestreefd.

Verhoging van structuurdiversiteit in de bossen. Behoud en verbetering kwaliteit waterpartijen. Behoud en uitbreiding van verbindingen en lijnvormige landschapselementen. De doelen worden gerealiseerd in het kader van doelen habitats 6430, 9120, 9130 en 91E0.

Doel = =/+
Gewone dwergvleermuis, Kleine dwergvleermuis, Laatvlieger Omschrijving

Instandhouding van de actuele populatie.

Instandhouding, herstel en ontwikkeling van lijnvormige KLE’s. Specifieke inrichting (kerk)zolders.

Doel + +
Kamsalamander Omschrijving

Uitbreiding van het leefgebied en huidige populaties waarbij gestreefd wordt naar een minimum van 50 adulte individuen per populatie in deelgebieden 1, 8, 9, 11, 12, 13, 14, 17, 19 en 21.

Goede staat van instandhouding met betrekking tot water- (telkens > 5 poelen per deelgebied) en landhabitat. Opheffen van migratie barrières en aanleg of herstel van diepe poelen die niet droogvallen in de zomer. Verbetering van de kwaliteit van het omringende landschap (kleinschalige landschapselementen, struwelen,...) om de connectiviteit te verbeteren.

Doel =/+ =
Kruipend moerasscherm Omschrijving

Behoud van de aanwezige reproducerende populatie (de oppervlakte ingenomen door de groeiplaats werd in 2010 ingeschat op 4000 m²), met een uitbreiding van de actuele populatie naar recent aangelegde gazons in deelgebied 20.

Behoud van de huidige goede tot uitstekende staat van instandhouding. Duurzaam behoud van de kwaliteit van het leefgebied, door geschikt beheer en een optimale waterhuishouding.

Doel + +
Kwartelkoning Omschrijving

1 koppel in deelgebied 21 (overeenkomend met doelen Sigma voor Pikhaken en Hollaken-Hoogdonk). De tot doel gestelde oppervlakten 6510 (in het open graslandlandschap van Hollaken) komen tegemoet aan de oppervlaktevereisten voor het leefgebied van de kwartelkoning. Dit doel komt overeen met de doelen van het Sigma-inrichtingsplan.

Deze soort vereist open, onbemeste bloemrijke hooilanden, die pas gemaaid worden vanaf / na augustus; vermijden van verstoring (met actieve bescherming van broedparen).

2.2 Prioritaire inspanningen

In samenhang met de hoger beschreven doelstellingen is in het S-IHD-besluit door de Vlaamse Regering een aantal prioritaire inspanningen vastgesteld. Dit is een globale omschrijving van de acties die noodzakelijk zijn voor de realisatie van deze doelstellingen. Voor de uitvoering van de prioritaire inspanningen zijn vaak meerdere acties nodig. Hoofdstuk 4 van dit voortgangsdocument (Inspanningsmatrix) geeft de concrete acties weer die uitvoering geven aan deze prioritaire inspanningen.

Inspanning Omschrijving Inspanning
PI 1 Kwaliteitsverbetering van de aanwezige bos- en andere habitattypes

De aangemelde habitattypes bezitten allen een actueel gedeeltelijk aangetaste staat van instandhouding. Er dient een kwaliteitsverbetering van de voorkomende habitattypes gerealiseerd te worden door een goede habitatstructuur na te streven en de verstoringen te verminderen.

Voor de boshabitats wordt een betere structuurkwaliteit nagestreefd met voldoende dikke en dode bomen, een goed ontwikkelde struik- en kruidlaag, een gevarieerde leeftijdsopbouw, bosranden en open plekken. Door het toepassen van natuurgericht beheer in natuurreservaten, bosreservaten en domeinbossen wordt hieraan tegemoet gekomen. Het zijn maatregelen die reeds in veel beheerplannen voorzien zijn voor domeinen in eigendom van het ANB of de erkende terreinbeherende verenigingen. Bij andere openbare besturen en privébossen in het VEN (of op vrijwillige basis) kan door het toepassen van de Criteria Duurzaam Bosbeheer (CDB) de kwaliteit eveneens verbeterd worden. Het niet behalen van een minimale aaneengesloten oppervlakte van het habitattype (minimum structuur areaal) is voor vele habitattypes een blijvend knelpunt (zie ook verdere prioritaire inspanningen).

Bij de grasland-, moeras- en heidevegetaties gaat het vaak om een combinatie van éénmalige inrichtingsmaatregelen, of tijdelijk omvormingsbeheer, gevolgd door een regulier beheer (ook op vlak van waterhuishouding) dat optimaal afgestemd is op het beoogde habitattype (zie ook verdere prioritaire inspanningen). Daarnaast zijn ook inspanningen nodig voor kwaliteitsverbetering in eutrofe plassen en voor zeldzame habitattypes zoals drijftillen.

PI 2 Omvorming van naaldhout, populierenbossen en (recente) loofhoutaanplanten naar boshabitattypes en zeer plaatselijk heidekernen

De naaldhoutbossen, populierenbossen en (recente, deels spontane) loofhoutbossen in de SBZ ‘Bossen van het zuidoosten van de zandleemstreek’ kunnen deels door een gericht beheer, deels door spontane ontwikkeling en rijping worden omgevormd naar de nagestreefde boshabitattypes. Deze oppervlakten zijn eerder beperkt en situeren zich voornamelijk in deelgebieden 1 Makegemse bossen met Makegembos, Bruinbos, Heilig Geestgoed, Harentbeekbos en Molenbeekvallei, 8 Hospiesbos, 11 Serskampse-Oud Smetleedse bossen, 21 Pikhakendonk, Hollaken en 22 Aalmoezeneijebos en Gondebeekvallei. Daarnaast zullen kleinere omvormingen verspreid over deze SBZ noodzakelijk zijn.

Voor de bossen, beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos en natuurbeherende verenigingen, wordt er van uitgegaan dat op termijn 100% van de bosoppervlakte zal evolueren naar het gewenste habitattype door de toepassing van de bestaande beheervisie van het Agentschap en uitvoering van beheerplannen. In de private bossen, gelegen in het Vlaams Ecologisch Netwerk, kan door omvorming bijkomend habitat gerealiseerd worden via de toepassing van de Criteria Duurzaam Bosbeheer.

Verwacht wordt dat door omvorming ongeveer 106 ha van de voorziene oppervlaktedoelstellingen voor de boshabitattypes kunnen gerealiseerd worden in de SBZ ‘ Bossen van het zuidoosten van zandleemstreek’.

Plaatselijk zullen enkele naaldbossen ook omgevormd worden naar heidehabitats (2310 – 2330 - 4030), zodat open plekken gecreëerd worden met het oog op het duurzaam behoud van deze vegetatietypes. Deze omvormingen worden voorzien op gronden in eigendom/beheer van ANB en de natuurbeherende verenigingen. De totale oppervlakterealisatie van deze permanente open plekken bedraagt 3 - 5 ha in deelgebied 1 Makegemse bossen, 5-8 ha in deelgebied 11 Serskampse bossen en 1- 2 ha rivierduinvegetatie in deelgebied 21 Pikhakendonk.

PI 3 Bosuitbreidingen

Voor de realisatie van een gunstige staat van instandhouding, zowel op gewestelijk niveau als voor de SBZ ‘Bossen van het zuidoosten van de zandleemstreek’ zijn nog bijkomende bosuitbreidingen (‘nieuw’ bos) noodzakelijk met een richtwaarde van 212 ha . De mogelijkheden tot omvormingen zijn onvoldoende om de aanwezige boshabitats in een gunstige staat van instandhouding te brengen. Het combineren van de eerder genoemde inspanningen (kwaliteitsverbetering van de aanwezige habitats en de omvormingsmaatregelen) met bosuitbreiding moet uiteindelijk resulteren in volgende globale doelstellingen:

  • Realisatie van vijf grote, robuuste boskernen:

    • Makegemse bossen (deelgebieden 1 en 2), tot een totale bosoppervlakte met een richtwaarde van 215 ha ;
    • Serskampse – Oud Smetleedse bossen (deelgebieden 8, 9, 10 en 11) tot een totale bosoppervlakte met een richtwaarde van 176 ha ;
    • Buggenhoutbos (deelgebied 13) met een richtwaarde van 166 ha totale bosoppervlakte;
    • Bos van Aa ’S Gravenbos – Driesbos – Kollintenbos (deelgebied 14), tot een boskern met een richtwaarde van 207 ha;
    • Aalmoezeneijebos (deelgebied 22), een boskern met een richtwaarde van 37 ha, een iets kleinere boskern belangrijk voor o.a. middelste bonte specht en wespendief.
  • Versterking en buffering van kleinere boskernen met plaatselijke uitbreidingen in de volgende deelgebieden: deelgebieden 3 Gentbos, 4 Drooghout met Kerkesbeek – Molenbeekvallei, 5 Gootbos, 6 Hoekske Ter Hulst, 12 Molenbeek – Dorenbeekvallei bij Honegem, Zolegem, Sint-Appolonia en 21 Pikhakendonk, Hollaken.

PI 4 Realisatie van aaneengesloten moeras- en graslandcomplexen

Voor de realisatie van de doelen voor moeras- en natte graslandcomplexen is bijkomend ca. 123 ha habitat noodzakelijk in de SBZ ‘Bossen van het zuidoosten van de zandleemstreek’.
Het combineren van de eerder genoemde inspanningen (kwaliteitsverbetering van de aanwezige habitattypes) met uitbreiding moet uiteindelijk resulteren in volgende globale doelstellingen:

  • de realisatie van 5 kernen van aangesloten moeras- en graslandcomplexen van ongeveer 30 ha in de deelgebieden 4 Drooghout met Kerkesbeek – Molenbeekvallei (habitattypes 6430-6510; kern van ca. 15 ha), 12 Molenbeek – Dorenbeekvallei bij Honegem, Zolegem, Sint-Appolinia (kern met richtwaarde van 33 ha aan 6510_hu, en uitbreidingen in 6410 ), 14 Bos van Aa, Kollintenbos, ’s Gravenbos, Driesbos (meerdere plassen met 3150 en kernen van 6430 en 6510), 19 Dorent-Nelebroek (ontwikkeling van grote oppervlaktes glanshavergraslanden 6510_hu en grote pimpernelgraslanden 6510_hus) en 21 Pikhakendonk, Hollaken (grote oppervlaktes aan glanshavergraslanden 6510_hu en grote pimpernelgraslanden 6510_hus –bepaalt op 26 ha, alsook plassen met 3150 i.k.v. Sigma-plan.
  • beperktere uitbreidingen in andere deelgebieden, waarbij enerzijds beoogd wordt de aanwezige grasland- en moerashabitats beter te bufferen en/of te verbinden en anderzijds overgangen naar bosranden en –zomen verder worden ontwikkeld. Hiervoor wordt een toename met richtwaarde 1 ha ha voorzien.

PI 5 Ontwikkeling van Grote Pimpernelgraslanden

De SBZ is essentieel in de G-IHD voor dit habitattype. Binnen deelgebieden 19 Dorent-Nelebroek en 21 Pikhakendonk, Hollaken zijn erg hoge abiotische potenties In het kader van het Sigma-plan is in deelgebied 21 Pikhakendonk 26 ha toename van dit type voorzien. In deelgebied 19 is een toename met richtwaarde 18 ha voorzien. Hiervoor is tevens een goede waterhuishouding essentieel. Verder onderzoek is nodig om bij de uitwerking van de Sigma-acties een optimale waterhuishouding te kunnen garanderen.

PI 6 Maatregelen voor bijlagesoorten

De SBZ is zeer belangrijk voor kamsalamander binnen de G-IHD. Maatregelen zijn nodig in deelgebieden 1 Makegemse bossen met Makegembos, Bruinbos, Heilig Geestgoed, Harentbeekbos en Molenbeekvallei, 8 Hospiesbos, 9 Boskantgracht, 12 Molenbeek-Dorenbeekvallei bij Honegem, Zolegem, Sint-Appolonia, 13 Buggenhoutbos, 14 Bos van Aa, Kollintenbos, 's Gravenbos, Driesbos, 17 Kesterbeek, Lareveld en 19 Dorent-Nelebroek om een goede staat instandhouding te bereiken. Een verbetering van de kwaliteit van het land- en waterhabitat is essentieel. Ook de verdere ontwikkeling van een kleinschalig landschap voor een goede connectiviteit en herstel van migratiemogelijkheden door aanleg van voldoende poelen op voldoende dichte afstand t.o.v. elkaar is aangewezen.

De populatie kruipend moerasscherm in deelgebied 20 Vrijbroek is is één van de grootste van Europa en dus ook wereldwijd. Het duurzaam behoud van de bestaande populatie en uitbreiding van de populatie naar nabij gelegen gazons (risicospreiding) door een geschikt beheer en behoud van de optimale waterhuishouding zijn hier essentieel.

PI 7 Inrichting Bos van Aa binnen het complex Kollintenbos - 's Gravenbos (deelgebied 14)

Het Bos van Aa (deelgebied 14 Bos van Aa, Kollintenbos, ’s Gravenbos, Driesbos) is een voormalig ontginningsgebied en bevindt zich tussen het ’s Gravenbos en het Kollintenbos. Het is aangewezen de aansluiting van Kollintenbos-Bos van Aa na te streven zodat de ecologisch-landschappelijke unie Kollintenbos-Bos Van Aa – ’s Gravenbos (mits rekening houdend met de aanwezigheid van het Zeekanaal Brussel-Willebroek) van dit deelgebied versterkt wordt. Hiertoe dienen eveneens de ecologische potenties van het Bos van Aa geoptimaliseerd te worden door middel van het (indien duidelijk is dat dit geen negatieve gevolgen heeft qua verspreiding van verontreiniging) voltooien van de inrichting, met inbegrip van het verwijderen van de dijken rond het Bos van Aa, Het gebied vertoont erg hoge potenties voor de ontwikkeling van unieke (pioniers)vegetaties (zoals heischrale vegetaties 2330 en 6230, schrale hooilanden 6510_hu en eutrofe plassen 3150 in mozaïek met verschillende rbb’s), ten gevolge van de opvullingen en zandophogingen in het ontginningsgebied. Deze potenties dienen optimaal benut te worden door een aangepaste finale afwerking en natuurlijke inrichting van het gebied, gevolgd door een specifiek beheer.

PI 8 Plaatselijke herstel van de hydrologie en waterkwaliteit

Een herstel van een meer natuurlijke waterhuishouding is noodzakelijk wil men een herstel en uitbreiding van (grond)waterafhankelijke habitattypes (3150, 4010, 6410,6430, 6510, 7140, 91E0) duurzaam realiseren.

In de SBZ ‘Bossen van het zuidoosten van de zandleemstreek’ gaat het over in min of meerdere mate over volgende deelgebieden : 1 en 2 Makegemsebossen, 3 Gentbos, 4 Drooghout met Kerkebeek en Molenbeekvallei, 8 Hospiesbos, 9 Boskantgracht, 10 Koningsbos en 11 Serskampse bossen, 12 Molenbeek met de Honegem, 14 Bos van Aa, 19 Dorent Nelebroel, 21 Pikhakendonk en 22 Aalmoezeneijebos.

Verder onderzoek en een breder overleg met de andere betrokken partners is hierbij noodzakelijk. Vernattingsmaatregelen binnen SBZ mogen geen negatieve gevolgen hebben voor het landbouwgebruik en de afwatering stroomopwaarts.

3 Oppervlaktebalans

Dit hoofdstuk geeft de stand van zaken weer van de realisatie van de taakstelling, met name van de oppervlaktedoelen, op basis van het passend beheer. Het passend beheer is wettelijk gedefinieerd in het Instandhoudingsbesluit van 20 juni 2014. Het is de oppervlakte waarvoor in een natuurbeheerplan of daarmee vergelijkbaar plannen of overeenkomsten, een of meer Europees te beschermen habitattype(s) of een leefgebied van een of meer Europees te beschermen soort(en) als natuurstreefbeeld is vastgesteld. 

De oppervlaktebalans in dit voortgangsdocument is enkel opgemaakt voor de Europees te beschermen habitats, op basis van de inventarisatie van het terreinbeheer door het ANB, verschillende openbare besturen en de erkende terreinbeherende verenigingen (met name Natuurpunt vzw, vzw Durme en Limburgs Landschap vzw). Voor leefgebieden van Europees te beschermen soorten was dergelijke inventarisatie niet mogelijk met de bestaande gegevens, zodat een oppervlaktebalans per Europees te beschermen soort niet opgenomen is. 

Onderstaande tabel geeft per Europees te beschermen habitat:

  • De habitat code: de code van het habitat waarvoor een doel is gesteld (zie §2.1 'Doelen', voor de benaming en beschrijving);
  • Het totaal doel: de tot doel gestelde oppervlakte per habitat;
  • Het passend beheer: de oppervlakte met passend beheer zoals vastgesteld in een goedgekeurd natuurbeheerplan of daarmee vergelijkbare plannen of overeenkomsten;
  • De openstaande taakstelling: de oppervlakte die wordt berekend als het verschil tussen het totaal doel en de oppervlakte met passend beheer.

In de oppervlaktebalans worden alle oppervlakten weergegeven in hectare, tenzij anders aangegeven. De tabel geeft de situatie in februari 2017 weer.

BE2300044 - Bossen van het zuidoosten van de Zandleemstreek

Habitat code totaal doel met passend beheer openstaande taakstelling
2330 1.3 2.8 0
3150 8.4 19.3 0
4030 2 1.7 0.3
6230 1.2 2.2 0
6410 4 0.8 3.2
6430 18 19.6 0
6510 136 51.9 84.1
9120 532 245.8 286.2
9130 116 33.5 82.5
9160 69 2.1 66.9
91E0 278 101.4 176.6

4 Inspanningsmatrix

Dit hoofdstuk formuleert de acties die uitvoering geven aan de prioritaire inspanningen die vastgesteld werden in het S-IHD-besluit. Daarbij wordt op basis van het Vlaams Natura 2000-programma 2016-2020 aangegeven welke acties behoren tot het bindend deel van de taakstelling (zie hoofdstuk 1). De overige acties behoren tot het richtinggevend deel van de taakstelling. 

Elke actie wordt in onderstaande tabel beschreven, met volgende rubrieken:

  • Nr. actie: het nummer van de actie is een samenstelling van het nummer van de prioritaire inspanning en het nummer van de actie zelf. 
  • Omschrijving actie: geeft beknopt aan wat er moet gebeuren, waarom, met welk resultaat en waar.
  • Prioritaire inspanning: de prioritaire inspanning waaraan deze actie invulling geeft. Vanaf prioritaire inspanning 100 worden acties weergegeven die niet onder de prioritaire inspanningen van hoofdstuk 2.2 vallen. Deze acties zijn toegevoegd aan het voortgangsdocument, aanvullend op de prioritaire inspanningen, omdat ze eveneens nodig zijn om tot de gunstige lokale staat van instandhouding te komen van de betreffende habitat(s) of soort(en).
  • Actie voor de verbetering van het natuurlijk milieu: indien in deze kolom een ‘ja’ staat, dan is deze actie ingeschreven voor de verbetering van het natuurlijk milieu als omschreven in hoofdstuk 5. 
  • Deelgebied(en): de deelgebieden waar deze actie uitgevoerd zal worden. Indien in de tabel geen nummer van een deelgebied is opgegeven, is de actie van toepassing op de volledige SBZ. 
  • Habitats/soort(en): de Europees te beschermen habitat(s) en/of soort(en) waarvoor de actie ondernomen wordt. Het gaat om habitats en soorten waarvoor doelen opgenomen zijn in het S-IHD-besluit en om (cursief aangegeven) habitattypische soorten. Habitattypische soorten zijn kenmerkend voor één of soms meerdere habitattypes. Een habitattype kan enkel in een regionaal gunstige staat van instandhouding verkeren als binnen Vlaanderen ook de habitattypische soorten gelinkt aan dit habitattype in een regionaal gunstige staat van instandhouding verkeren. Meer gedetailleerde informatie over habitattypische soorten is beschikbaar in referenties 1, 2 en 3 (zie hoofdstuk 8).
  • Trekker: de organisatie die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de actie.
  • Andere betrokkenen: de organisaties of actoren die betrokken zijn bij de actie, als uitvoerder, omwille van mogelijke impact, het leveren van kennis,…
  • Timing: het moment waarop de uitvoering van de actie start. Kan pas ingevuld worden indien de status ‘gepland’ of ‘in uitvoering’ is.
  • Status: hierbij is onderscheid gemaakt tussen:
    • Op te starten: de actie is benoemd maar nog niet opgestart.
    • In onderzoek: het plan of project voor de uitvoering van de actie is in ontwikkeling. Een trekker is aangeduid en gestart met de voorbereiding van het plan of project .
    • Plan in opmaak: de opmaak van het uitvoeringsplan is gestart. 
    • Plan beschikbaar: het uitvoeringsplan is afgerond en door de betrokken partijen goedgekeurd. De uitvoering ervan moet nog opgestart worden. 
    • In uitvoering: de actie wordt momenteel uitgevoerd.
    • Uitgevoerd: de uitvoering van de actie is beëindigd.
    • Stopgezet: de uitvoering van de actie is stopgezet zonder dat ze helemaal is beëindigd; er is geen plan om ze terug op te starten.
  • Bindend: deze lijn verschijnt enkel als de actie deel uitmaakt van het bindend deel van de taakstelling (zie hoofdstuk 1). Hierbij is onderscheid gemaakt tussen:
    • Stand still: actie noodzakelijk voor de stand still of het tegengaan van achteruitgang.
    • 2020: actie noodzakelijk voor het bereiken van een gunstige of verbeterde staat van instandhouding voor 16 habitats tegen 2020.
    • Deelgebied(en): de deelgebied(en) waarvoor de actie bindend is (sommige acties zijn bindend voor een deelgebied maar richtinggevend voor een ander).
    • Habitats/soorten: de habitats en/of soorten waarvoor de actie bindend is (sommige acties zijn bindend voor een habitat en/of soort maar richtinggevend voor andere habitats en/of soorten).

De tabel geeft de situatie weer in augustus 2017.

BE2300044 - Bossen van het zuidoosten van de Zandleemstreek

Nr actie Omschrijving actie
1.1 Uitwerken plan van aanpak voor opmaak en actualisatie beheerplannen via beheerplanprogramma

Kwaliteitsverbetering van de aanwezige bos- en andere habitattypes

Nee

1, 2, 3, 4, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 19, 21, 22

4010, 4030, 6230, 6430, 6510, 9120, 9130, 9160, 91E0, rbbhc, rbbhf, rbbkam, rbbmc, rbbmr, Bruin blauwtje, Bruine korenbout, Glassnijder, Havik, Hazelworm, Kamsalamander, Keizersmantel, Kleine ijsvogelvlinder, Riviergrondel, Variabele waterjuffer, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien, Vuursalamander, Weidebeekjuffer

Agentschap voor Natuur en Bos

Bosgroep, Gemeenten, Privaat persoon, Provincie Oost-Vlaanderen, Provincie Vlaams-Brabant, Regionaal Landschap Groene Corridor, Regionaal Landschap Schelde-Durme, Universiteit Gent, vzw Natuurpunt

2017

Plan beschikbaar

1.2 Uitvoeren en updaten van bestaande beheerplannen ANB - UBP Makegemse bossen + Gentbos - Serskampse bossen/beek - Buggenhoutbos

Kwaliteitsverbetering van de aanwezige bos- en andere habitattypes

Nee

1, 2, 3, 8, 9, 10, 13

4010, 4030, 6230, 6430, 6510, 9120, 9130, 91E0, rbbhc, rbbhf, rbbkam, rbbmc, rbbmr, Bruin blauwtje, Havik, Hazelworm, Kamsalamander, Keizersmantel, Kleine ijsvogelvlinder, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien, Vuursalamander

Agentschap voor Natuur en Bos

Bosgroep, Privaat persoon, Provincie Oost-Vlaanderen

2007

In uitvoering

1.3 Opvolgen uitvoering beheerplan Serskampse bossen

Kwaliteitsverbetering van de aanwezige bos- en andere habitattypes

Nee

8, 9, 10, 11

9120, 9130, 91E0, Bruin blauwtje, Havik, Hazelworm, Kamsalamander, Keizersmantel, Kleine ijsvogelvlinder, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien, Vuursalamander

Bosgroep

Agentschap voor Natuur en Bos, Privaat persoon

2015

In uitvoering

1.4 Uitvoeren, updaten en officialiseren beheerplan overstromingsgebied Drooghout Kerkesbeek - Molenbeekvallei

Kwaliteitsverbetering van de aanwezige bos- en andere habitattypes

Nee

4

6430, 6510, 9120, 9130, 91E0, rbbhf, rbbkam, rbbmc, rbbmr, rbbzil

Provincie Oost-Vlaanderen

Privaat persoon

2006

In uitvoering

1.5 Uitvoeren en updaten beheerplan Aalmoezeneijebos

Kwaliteitsverbetering van de aanwezige bos- en andere habitattypes

Nee

22

9120, 9130, 91E0, Bruin blauwtje, Havik, Hazelworm, Keizersmantel, Kleine ijsvogelvlinder, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien, Vuursalamander

Universiteit Gent

Agentschap voor Natuur en Bos, Bosgroep, vzw Natuurpunt

2007

In uitvoering

1.6 Uitvoeren en updaten van beheerplanprogramma

Kwaliteitsverbetering van de aanwezige bos- en andere habitattypes

Nee

9, 12, 14, 17, 21, 22

6230, 6430, 6510, 9120, 9130, 9160, 91E0, rbbhc, rbbhf, rbbkam, rbbmc, rbbmr, rbbzil, Bruin blauwtje, Bruine korenbout, Glassnijder, Havik, Hazelworm, Kamsalamander, Keizersmantel, Kleine ijsvogelvlinder, Riviergrondel, Variabele waterjuffer, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien, Vuursalamander, Weidebeekjuffer

vzw Natuurpunt

Agentschap voor Natuur en Bos

2016

In uitvoering

1.7 Opstellen, opvolgen en uitvoeren beheerplanprogramma met privé-partners (percelen nog niet onder contract) - Beheerplan Oosterzele + Aalmoezeneijebos - Andere

Kwaliteitsverbetering van de aanwezige bos- en andere habitattypes

Nee

1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 17, 19, 21, 22

6230, 6430, 6510, 9120, 9130, 91E0, Blauwborst, Bruin blauwtje, Bruine korenbout, Glassnijder, Havik, Hazelworm, Kamsalamander, Keizersmantel, Kleine ijsvogelvlinder, Riviergrondel, Variabele waterjuffer, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien, Vuursalamander, Weidebeekjuffer

Bosgroep

Agentschap voor Natuur en Bos, Privaat persoon, Wildbeheereenheid

2016

In onderzoek

1.8 Afspraken maken en samenwerking uitwerken met landbouw rond boomkwekerijen waarbij mogelijkheden onderzocht worden om de knelpunten op te lossen rond pesticiden en plasticgebruik/wildschade

Kwaliteitsverbetering van de aanwezige bos- en andere habitattypes

Nee

8, 9, 10, 11

9120, 9130, 91E0, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien

Agentschap voor Natuur en Bos

Departement Landbouw en Visserij, Gemeenten, Privaat persoon, Regionaal Landschap Schelde-Durme, Sector landbouw

2016

In onderzoek

1.9 Verder onderzoek naar de noodzaak tot het verbeteren van het leefgebied van de betreffende vleermuizen en concretisering van maatregelen en acties via Soortenbeschermingsprogramma

Kwaliteitsverbetering van de aanwezige bos- en andere habitattypes

Nee

1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 17, 19, 21, 22

9120, 9130, 9160, 91E0, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien

Agentschap voor Natuur en Bos

Bosgroep, Gemeenten, Kerkfabriek, Provincie Oost-Vlaanderen, Provincie Vlaams-Brabant, Regionaal Landschap Groene Corridor, Regionaal Landschap Schelde-Durme, Sector landbouw, vzw Natuurpunt, Wildbeheereenheid

2015

Plan in opmaak

1.10 Onderzoeken mogelijkheden en stimuleren landschapsherstel op vrijwillige basis via KLE

Kwaliteitsverbetering van de aanwezige bos- en andere habitattypes

Nee

1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 17, 19, 21, 22

Kamsalamander, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien

Regionaal Landschap Schelde-Durme

ILVO, Departement Landbouw en Visserij, Gemeenten, Provincie Oost-Vlaanderen, Provincie Vlaams-Brabant, Regionaal Landschap Groene Corridor, Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen, Sector landbouw, Vlaamse Landmaatschappij, vzw Natuurpunt, Wildbeheereenheid

2005

In uitvoering

1.11 Zie actie 6.16 - Analyseren erosieknelpunten en effecten op leefgebied kamsalamander en afspraken maken rond uitwerken maatregelen (Honegem, Kleine Smetledestraat Wetteren)

Kwaliteitsverbetering van de aanwezige bos- en andere habitattypes

Nee

8, 9, 12

Kamsalamander

Provincie Oost-Vlaanderen

Agentschap voor Natuur en Bos, Departement Omgeving, Gemeenten, Regionaal Landschap Schelde-Durme, Sector landbouw, Vlaamse Landmaatschappij, vzw Natuurpunt

2016

In onderzoek

Stand still

8

Kamsalamander

9

Kamsalamander

12

Kamsalamander

1.12 Analyseren erosieknelpunten en effecten op habitats en afspraken maken rond uitwerken maatregelen (Aalmoezeneiebos, Hoekske ter Hulst, Gootbos)

Kwaliteitsverbetering van de aanwezige bos- en andere habitattypes

Nee

5, 6, 22

91E0

Provincie Oost-Vlaanderen

Agentschap voor Natuur en Bos, Departement Omgeving, Gemeenten, Regionaal Landschap Schelde-Durme, Sector landbouw, Vlaamse Landmaatschappij, vzw Natuurpunt

Op te starten

1.13 Verder onderzoek naar de noodzaak voor het verbeteren van het leefgebied van voorkomende soorten die de beoordeling 'zeer ongunstige met dalende trend' meekregen bij de Europese rapportage (oa Bunzing)

Kwaliteitsverbetering van de aanwezige bos- en andere habitattypes

Nee

1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 17, 19, 21, 22

Kamsalamander, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien

Agentschap voor Natuur en Bos

INBO, Provincie Oost-Vlaanderen, Provincie Vlaams-Brabant, vzw Natuurpunt

2016

In onderzoek

2.1 Omvormen naar boshabitat, inclusief het creëren van permanente open plekken: uitvoering uBBP Makegemse bossen en beheerplan Serskamse bossen_beek

Omvorming van naaldhout, populierenbossen en (recente) loofhoutaanplanten naar boshabitattypes en zeer plaatselijk heidekernen

Nee

1, 2, 3, 8, 11

4030, 6230, 9120, 9130, 91E0, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien

Agentschap voor Natuur en Bos

Bosgroep, Provincie Oost-Vlaanderen

2017

In uitvoering

2.2 Aankopen en omvormen van populierenbossen en naaldhoutbossen

Omvorming van naaldhout, populierenbossen en (recente) loofhoutaanplanten naar boshabitattypes en zeer plaatselijk heidekernen

Nee

12, 14, 21, 22

9120, 9130, 9160, 91E0, Bruin blauwtje, Bruine korenbout, Glassnijder, Havik, Hazelworm, Keizersmantel, Kleine ijsvogelvlinder, Riviergrondel, Variabele waterjuffer, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien, Vuursalamander, Weidebeekjuffer

vzw Natuurpunt

Gemeenten, Kerkfabriek, OCMW, Privaat persoon, Sector landbouw

1994

In uitvoering

2.3 Onderzoeken mogelijkheden voor realisatie permanente open plekken (heiderelicten) bij privé-partners in Makegemse en Serskampse bossen en Pikhalendonk

Omvorming van naaldhout, populierenbossen en (recente) loofhoutaanplanten naar boshabitattypes en zeer plaatselijk heidekernen

Nee

1, 2, 9, 10, 11, 21

9120

Bosgroep

Agentschap voor Natuur en Bos, Departement Landbouw en Visserij, Privaat persoon, Wildbeheereenheid

2017

Geschrapt

2.4 Realiseren van permanente open plek in boshabitat (rivierduinvegetatie) via gericht beheer

Omvorming van naaldhout, populierenbossen en (recente) loofhoutaanplanten naar boshabitattypes en zeer plaatselijk heidekernen

Nee

21

2330, 9120

Agentschap voor Natuur en Bos

Bosgroep, Privaat persoon

2016

In onderzoek

3.1 Opstart grondenbank in functie van uitruilen van gronden

Bosuitbreidingen

Nee

1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 17, 19, 20, 21, 22

9120, 9130, 9160, 91E0, Bruin blauwtje, Bruine korenbout, Glassnijder, Havik, Hazelworm, Keizersmantel, Kleine ijsvogelvlinder, Riviergrondel, Variabele waterjuffer, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien, Vuursalamander, Weidebeekjuffer

Vlaamse Landmaatschappij

Agentschap voor Natuur en Bos, Privaat persoon, Sector landbouw

Op te starten

3.2 Aankopen en bebossen percelen door ANB met ook aandacht voor versterking boskernen en bosverbindingen

Bosuitbreidingen

Nee

1, 2, 8, 9, 11, 13, 22

9120, 9130, 9160, 91E0, Bruin blauwtje, Bruine korenbout, Glassnijder, Havik, Hazelworm, Keizersmantel, Kleine ijsvogelvlinder, Riviergrondel, Variabele waterjuffer, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien, Vuursalamander, Weidebeekjuffer

Agentschap voor Natuur en Bos

Gemeenten, Kerkfabriek, OCMW, Privaat persoon, Sector landbouw, Vlaamse Landmaatschappij

2007

In uitvoering

3.3 Aankopen en bebossen percelen door terreinbeherende verenigingen met ook aandacht voor versterking kleine boskernen en bosverbindingen

Bosuitbreidingen

Nee

12, 14, 21, 22

9120, 9130, 9160, 91E0, Bruin blauwtje, Bruine korenbout, Glassnijder, Havik, Hazelworm, Keizersmantel, Kleine ijsvogelvlinder, Riviergrondel, Variabele waterjuffer, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien, Vuursalamander, Weidebeekjuffer

vzw Natuurpunt

Gemeenten, Kerkfabriek, OCMW, Privaat persoon, Sector landbouw

2007

In uitvoering

3.4 Onderzoek naar ’wenselijkheid & haalbaarheid en maken van afsprakenkader rond uitmijning gronden

Bosuitbreidingen

Nee

1, 2, 4, 8, 9, 11, 12, 14, 19, 21, 22

9120, 9130, 9160, 91E0

Agentschap voor Natuur en Bos

Bosgroep, Privaat persoon, Regionaal Landschap Schelde-Durme, Sector landbouw, Vlaamse Landmaatschappij, vzw Natuurpunt

Op te starten

3.5 Afspraken maken, stimuleren aankopen en uitvoeren van bebossing door privé-eigenaars gekaderd binnen de zoekzones voor bossen

Bosuitbreidingen

Nee

1, 2, 4, 8, 9, 11, 12, 14, 19, 21, 22

9120, 9130, 9160, 91E0

Bosgroep

Agentschap voor Natuur en Bos, Departement Landbouw en Visserij, Privaat persoon, Wildbeheereenheid

2015

In uitvoering

4.1 (Zie ook actie 3.1, 3.2, 3.3)

Realisatie van aaneengesloten moeras- en graslandcomplexen

Nee

12, 14

3150, 6410, 6430, 6510, rbbhc, rbbmc, rbbmr, Kamsalamander, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien

vzw Natuurpunt

Agentschap voor Natuur en Bos, Agentschap Waterwegen en Zeekanalen, Provincie Oost-Vlaanderen, Provincie Vlaams-Brabant, Regionaal Landschap Groene Corridor, Regionaal Landschap Schelde-Durme, Sector landbouw, Vlaamse Landmaatschappij

1994

In uitvoering

4.2 (Zie ook actie 3.1, 3.2, 3.3)

Realisatie van aaneengesloten moeras- en graslandcomplexen

Nee

19, 21

3150, 6410, 6430, 6510, rbbhc, rbbmc, rbbmr, Kamsalamander, Kwartelkoning, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien

Agentschap voor Natuur en Bos

Agentschap Waterwegen en Zeekanalen, Provincie Vlaams-Brabant, Regionaal Landschap Dijleland, Regionaal Landschap Rivierenland, Sector landbouw, Vlaamse Landmaatschappij, vzw Natuurpunt

2016

In uitvoering

4.3 (Zie ook actie 3.1, 3.2, 3.3)

Realisatie van aaneengesloten moeras- en graslandcomplexen

Nee

1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 17, 19, 20, 21, 22

3150, 6410, 6430, 6510, rbbhc, rbbmc, rbbmr, Kamsalamander, Kwartelkoning, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien

Agentschap voor Natuur en Bos, Agentschap Waterwegen en Zeekanalen, Provincie Vlaams-Brabant, Regionaal Landschap Dijleland, Regionaal Landschap Rivierenland, Regionaal Landschap Schelde-Durme, Sector landbouw, Vlaamse Landmaatschappij, vzw Natuurpunt

2016

In uitvoering

4.4 Sensibiliseren van en afspraken maken met landbouwsector met het oog op optimalisatie graslandenbeheer in functie van grasland- en moerasdoelen

Realisatie van aaneengesloten moeras- en graslandcomplexen

Nee

4, 12, 14, 19, 21

6410, 6430, 6510, rbbhc, rbbmc, rbbmr, Kamsalamander, Kwartelkoning, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien

Agentschap voor Natuur en Bos

Departement Landbouw en Visserij, Sector landbouw, Vlaamse Landmaatschappij

2016

In onderzoek

4.5 Opmaken en uitvoeren visie/inrichtingsplan voor Sigmaprojecten Dorent-Nelebroek en Pikhakendonk

Realisatie van aaneengesloten moeras- en graslandcomplexen

Nee

19, 22

6410, 6430, 6510, rbbhc, rbbmc, rbbmr, Kamsalamander, Kwartelkoning, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien

Agentschap voor Natuur en Bos

Agentschap Waterwegen en Zeekanalen, Econet, Provincie Vlaams-Brabant, Regionaal Landschap Dijleland, Regionaal Landschap Groene Corridor, Sector landbouw, vzw Natuurpunt

2014

In uitvoering

4.6 Uitvoeren en updaten beheerplan Honegem, Pikhakendonk en Dorent

Realisatie van aaneengesloten moeras- en graslandcomplexen

Nee

12, 19, 21

6410, 6430, 6510, rbbhc, rbbmc, rbbmr, Bruin blauwtje, Bruine korenbout, Glassnijder, Havik, Hazelworm, Kamsalamander, Keizersmantel, Kleine ijsvogelvlinder, Kwartelkoning, Riviergrondel, Variabele waterjuffer, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien, Vuursalamander, Weidebeekjuffer

vzw Natuurpunt

Regionaal Landschap Dijleland, Regionaal Landschap Groene Corridor, Regionaal Landschap Rivierenland, Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen, Sector landbouw

1994

In uitvoering

4.7 Inrichten omliggend historisch landschap tussen ontginning Bos van Aa en Kollintenbos.

Realisatie van aaneengesloten moeras- en graslandcomplexen

Nee

14

3150, 6230, 6430, 6510, rbbhc, rbbkam, rbbmc, rbbmr, Blauwborst, Bruin blauwtje, Bruine korenbout, Glassnijder, Havik, Hazelworm, Kamsalamander, Keizersmantel, Kleine ijsvogelvlinder, Kwartelkoning, Riviergrondel, Variabele waterjuffer, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien, Vuursalamander, Weidebeekjuffer

Agentschap Waterwegen en Zeekanalen, Agrobeheergroep, Sector landbouw, Vlaamse Landmaatschappij, vzw Natuurpunt

2016

Plan in opmaak

5.1 Opmaken en uitvoeren visie/inrichtingsplannen ikv Sigmaprojecten Dorent-Nelebroek en Pikhakendonk

Ontwikkeling van Grote Pimpernelgraslanden

Nee

19, 21

6510, Kamsalamander, Kwartelkoning, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien

Agentschap voor Natuur en Bos

Agentschap Waterwegen en Zeekanalen, Econet, Privaat persoon, Provincie Vlaams-Brabant, Sector landbouw, vzw Natuurpunt

2014

In uitvoering

Stand still

19

6510

21

6510

5.2 Analyseren impact van bemesting akkerranden en samenwerking met landbouwers om tot een oplossing te komen voor Europese habitat 6510

Ontwikkeling van Grote Pimpernelgraslanden

Nee

21

6510, rbbhc, rbbmr

Agentschap voor Natuur en Bos, Sector landbouw, Vlaamse Landmaatschappij, vzw Natuurpunt

2016

In onderzoek

Stand still

21

6510

5.3 Uitvoeren en updaten beheerplan Pikhakendonk en Dorent

Ontwikkeling van Grote Pimpernelgraslanden

Nee

19, 21

6410, 6430, 6510, rbbhc, rbbmr, Kamsalamander, Kwartelkoning, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien

vzw Natuurpunt

Regionaal Landschap Groene Corridor, Regionaal Landschap Rivierenland, Sector landbouw

2015

In uitvoering

Stand still

19

6510

21

6510

5.4 Opstart grondenbank in functie van uitruilen van gronden

Ontwikkeling van Grote Pimpernelgraslanden

Nee

19, 21

6510

Vlaamse Landmaatschappij

Agentschap voor Natuur en Bos, Privaat persoon, Sector landbouw

2017

In uitvoering

Stand still

19

6510

21

6510

5.5 Onderzoeken en herstellen van optimaal waterbeheer voor behoud en ontwikkeling voor Pimpernelgraslanden

Ontwikkeling van Grote Pimpernelgraslanden

Nee

19, 21

6510

Agentschap voor Natuur en Bos

Agentschap Waterwegen en Zeekanalen, Provincie Vlaams-Brabant, Sector landbouw, Vlaamse Milieumaatschappij, vzw Natuurpunt

2014

In uitvoering

Stand still

19

6510

21

6510

6.1 Opvolging Poelenplan gemeente Merelbeke : aanleg poelen en amfibieëntunnels of afspraken verkeersregeling

Maatregelen voor bijlagesoorten

Nee

1, 2, 3

Kamsalamander

Gemeente Merelbeke

Agentschap voor Natuur en Bos, Privaat persoon, Provincie Oost-Vlaanderen, Sector landbouw, vzw Natuurpunt

2005

In uitvoering

Stand still

1

Kamsalamander

6.2 Ontwikkeling poelennetwerk Serskamp - Herstel / aanleg poelen - Aanleg amfibieëntunnels

Maatregelen voor bijlagesoorten

Nee

8, 9, 10, 11

Kamsalamander

Regionaal Landschap Schelde-Durme

Agentschap voor Natuur en Bos, Gemeente Wetteren, Gemeente Wichelen, Privaat persoon, Sector landbouw, vzw Natuurpunt

2014

In uitvoering

Stand still

8

Kamsalamander

9

Kamsalamander

6.3 Maatregelen ifv soorten / hydrologie Buggenhoutbos: - Aanleg poelennetwerk - Hermeandering beken - Herstel waterkwaliteit Hollebeek

Maatregelen voor bijlagesoorten

Nee

13

Kamsalamander

Agentschap voor Natuur en Bos

Gemeenten, Regionaal Landschap Schelde-Durme, Sector landbouw

2014

Uitgevoerd

6.4 Ontwikkelen poelennetwerk, instellen geschikt beheer landhabitat en aanleg amfibieëntunnels Honegem

Maatregelen voor bijlagesoorten

Nee

12

Kamsalamander

vzw Natuurpunt

Gemeenten, Privaat persoon, Regionaal Landschap Schelde-Durme, Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen, Sector landbouw

2015

In uitvoering

Stand still

12

Kamsalamander

6.5 Ontwikkelen poelennetwerk, instellen geschikt beheer landhabitat voor Kamsalamander

Maatregelen voor bijlagesoorten

Nee

8

Kamsalamander

Regionaal Landschap Schelde-Durme

Gemeenten, Privaat persoon, Sector landbouw

2013

In uitvoering

Stand still

8

Kamsalamander

6.6 Uitwerken translocatie bedreigde populatie kamsalamander in toekomstig GOG Sigmaplan naar geschikt leefgebied Pikhakendonk met inbegrip van realisatie van een poelennetwerk

Maatregelen voor bijlagesoorten

Nee

21

Kamsalamander

Agentschap voor Natuur en Bos

Agentschap Waterwegen en Zeekanalen, Gemeenten, vzw Natuurpunt

2017

In onderzoek

Stand still

21

Kamsalamander

6.7 Herstel historisch kleinschalig landschap rond Bos van Aa met uitbreiding van netwerk poelen en KLE’s

Maatregelen voor bijlagesoorten

Nee

14

Kamsalamander

Agentschap Waterwegen en Zeekanalen, Agrobeheergroep, Vlaamse Landmaatschappij, vzw Natuurpunt

2016

In uitvoering

Stand still

14

Kamsalamander

6.8 Onderhouden, herstellen van bestaande poelen en graven nieuwe poelen ifv populaties Kamsalamander

Maatregelen voor bijlagesoorten

Nee

14, 17, 19

Kamsalamander

vzw Natuurpunt

Agrobeheergroep, Gemeenten, Regionaal Landschap Groene Corridor

2016

In uitvoering

Stand still

14

Kamsalamander

17

Kamsalamander

19

Kamsalamander

6.9 Afspraken maken rond programma voor het uitvoeren van ontsnipperingsmaatregelen ter hoogte van gewestwegen (N444, N465)

Maatregelen voor bijlagesoorten

Nee

1, 2, 4, 7

6430, 6510, 9120, 9130, 91E0, Bruin blauwtje, Bruine korenbout, Glassnijder, Havik, Hazelworm, Kamsalamander, Keizersmantel, Kleine ijsvogelvlinder, Riviergrondel, Variabele waterjuffer, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien, Vuursalamander, Weidebeekjuffer

Agentschap Wegen en Verkeer

Agentschap voor Natuur en Bos, Departement Omgeving, Gemeenten, Regionaal Landschap Schelde-Durme, vzw Natuurpunt

2017

Geschrapt

Stand still

1

Kamsalamander

6.10 Afspraken maken rond programma voor het uitvoeren van ontsnipperingsmaatregelen ter hoogte van gemeentewegen

Maatregelen voor bijlagesoorten

Nee

1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 17, 19, 21, 22

6430, 6510, 9120, 9130, 91E0, Bruin blauwtje, Bruine korenbout, Glassnijder, Havik, Hazelworm, Kamsalamander, Keizersmantel, Kleine ijsvogelvlinder, Riviergrondel, Variabele waterjuffer, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien, Vuursalamander, Weidebeekjuffer

Gemeenten

Agentschap voor Natuur en Bos, Departement Omgeving, Regionaal Landschap Rivierenland, Regionaal Landschap Schelde-Durme, Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen, vzw Natuurpunt

2016

In onderzoek

Stand still

1

Kamsalamander

8

Kamsalamander

9

Kamsalamander

12

Kamsalamander

14

Kamsalamander

17

Kamsalamander

19

Kamsalamander

21

Kamsalamander

6.11 Zemst-Laer : partners zoeken en afspraken maken rond beheer kleinschalig landschap met aandacht voor behoud van kleine landschapselementen (landbiotoop kamsalamander)

Maatregelen voor bijlagesoorten

Nee

17

Kamsalamander

Gemeenten, Privaat persoon, Regionaal Landschap Groene Corridor, vzw Natuurpunt

2016

In onderzoek

Stand still

17

Kamsalamander

6.12 Realiseren van biotoopinrichting en ecologische verbindingen voor habitat- en habitattypische soorten uit het provinciale “Koesterburenproject” (Vlaams-Brabant) en “Landschapsbeelden Biodiversiteit” (Antwerpen) met aandacht aan de realisatie van ecologische verbindingen voor de gemeentelijke koestersoorten.

Maatregelen voor bijlagesoorten

Nee

14, 17, 19, 21

Kamsalamander, Matkop, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien

Provincie Vlaams-Brabant

Agentschap voor Natuur en Bos, Departement Landbouw en Visserij, Gemeenten, Privaat persoon, Provincie Antwerpen, Regionaal Landschap Groene Corridor, Regionaal Landschap Rivierenland, Sector landbouw, vzw Natuurpunt, Wildbeheereenheid

2010

In uitvoering

Stand still

14

Kamsalamander

17

Kamsalamander

19

Kamsalamander

21

Kamsalamander

6.13 Opmaken beheerplan Vrijbroekpark ikv populatie Kruipend moerasscherm met uitwerking maatregelen voor behoud en uitbreiding populatie (risicospreiding)

Maatregelen voor bijlagesoorten

Nee

20

Kruipend moerasscherm

Provincie Antwerpen

Agentschap voor Natuur en Bos, INBO, Plantentuin Meise

2016

In onderzoek

6.14 Afspraken maken rond ontwikkelen poelennetwerk, instellen geschikt beheer landhabitat en aanleg amfibieëntunnels Voordestraat (Humbeek)

Maatregelen voor bijlagesoorten

Nee

14

Kamsalamander

Regionaal Landschap Groene Corridor

Gemeenten, Privaat persoon, Provincie Vlaams-Brabant

2015

In uitvoering

Stand still

14

Kamsalamander

6.15 Opstarten en uitvoeren van nieuwe projecten voor herstel leefgebied Kamsalamander

Maatregelen voor bijlagesoorten

Nee

1, 2, 8, 9, 11, 12, 17, 19, 21

Kamsalamander

Regionaal Landschap Schelde-Durme

Privaat persoon, Regionaal Landschap Groene Corridor, Regionaal Landschap Rivierenland, Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen, Sector landbouw, vzw Natuurpunt, Wildbeheereenheid

2015

In uitvoering

Stand still

1

Kamsalamander

8

Kamsalamander

9

Kamsalamander

12

Kamsalamander

17

Kamsalamander

19

Kamsalamander

21

Kamsalamander

6.16 Analyseren erosieknelpunten en effecten op leefgebied kamsalamander en afspraken maken rond uitwerken maatregelen (Honegem, Kleine Smetledestraat Wetteren)

Maatregelen voor bijlagesoorten

Nee

8, 9, 12

Kamsalamander

Provincie Oost-Vlaanderen

Agentschap voor Natuur en Bos, Departement Omgeving, Gemeenten, Regionaal Landschap Schelde-Durme, Sector landbouw, Vlaamse Landmaatschappij, vzw Natuurpunt

2016

In onderzoek

Stand still

8

Kamsalamander

9

Kamsalamander

12

Kamsalamander

7.1 Opmaken en uitvoeren gezamenlijk beheerplan NP + agrobeheergroep Bos van Aa

Inrichting Bos van Aa binnen het complex Kollintenbos - 's Gravenbos (deelgebied 14)

Nee

14

3150, 6230, 6430, 6510, rbbhc, rbbkam, rbbmc, rbbmr, Kamsalamander

vzw Natuurpunt

Agentschap Waterwegen en Zeekanalen, Agrobeheergroep

2016

In onderzoek

7.2 Opvolgen en optimaliseren beheerplan ‘s Gravenbos met WBE

Inrichting Bos van Aa binnen het complex Kollintenbos - 's Gravenbos (deelgebied 14)

Nee

14

3150, 6230, 6430, 6510, rbbhc, rbbkam, rbbmc, rbbmr, Kamsalamander

Agentschap voor Natuur en Bos

Kerkfabriek, OCMW, Privaat persoon, Wildbeheereenheid

2016

In onderzoek

7.3 Realiseren van een groot aaneengesloten boscomplex (richtcijfer 207ha)

Inrichting Bos van Aa binnen het complex Kollintenbos - 's Gravenbos (deelgebied 14)

Nee

14

3150, 6230, 6430, 6510, rbbhc, rbbkam, rbbmc, rbbmr, Bruin blauwtje, Bruine korenbout, Glassnijder, Havik, Hazelworm, Kamsalamander, Keizersmantel, Kleine ijsvogelvlinder, Riviergrondel, Variabele waterjuffer, Vuursalamander, Weidebeekjuffer

Bosgroep

Kerkfabriek, OCMW, Privaat persoon, Wildbeheereenheid

2017

In onderzoek

8.1 Verbeteren waterkwaliteit : inventaris & analyse knelpunten - prioriteit voor Serskamp (Serskampse beek en Meentochtbeekje), Wetteren (bovenloop Zijpbeek - afkoppeling wooncluster Kleine Smetledestraat, Honegem (Molenbeek, Torensbeek, Zijpbeek) en Makegem en vervolgens kleinere boskernen in O-Vl

Plaatselijke herstel van de hydrologie en waterkwaliteit

Nee

1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 22

6410, 6430, 91E0, Bittervoorn, Kamsalamander

Vlaamse Milieumaatschappij

Aquafin, Departement Landbouw en Visserij, Gemeenten, Sector landbouw, vzw Natuurpunt

2017

Plan in opmaak

8.2 Inventariseren van lozingspunten door bevraging VMM, aquafin, NP,… in Vl-B

Plaatselijke herstel van de hydrologie en waterkwaliteit

Nee

14, 17, 19, 21

6410, 6430, 91E0, Bittervoorn, Kamsalamander

Vlaamse Milieumaatschappij

Agentschap Waterwegen en Zeekanalen, Departement Landbouw en Visserij, Sector landbouw, vzw Natuurpunt

2016

In onderzoek

8.3 Opvolgen waterkwaliteit Leybeek en frequentie overstorten RWZI Boortmeerbeek

Plaatselijke herstel van de hydrologie en waterkwaliteit

Nee

21

6510, Kwartelkoning

Vlaamse Milieumaatschappij

Bekkensecretariaat, Sector landbouw

2016

In onderzoek

8.4 Opstellen van actieprogramma voor saneren huishoudelijke lozingspunten en overstorten

Plaatselijke herstel van de hydrologie en waterkwaliteit

Nee

1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 17, 19, 20, 21, 22

6410, 6430, 91E0, Bittervoorn, Kamsalamander

Vlaamse Milieumaatschappij

Aquafin, Gemeenten, vzw Natuurpunt

2016

In onderzoek

8.5 Afspraken maken met waterloopbeheerder rond verbetering structuurkwaliteit waterlopen waar nodig

Plaatselijke herstel van de hydrologie en waterkwaliteit

Nee

1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 17, 19, 20, 21, 22

6430, 91E0, Bittervoorn

Vlaamse Milieumaatschappij

Agentschap voor Natuur en Bos, Departement Landbouw en Visserij, Privaat persoon, Regionaal Landschap Dijleland, Regionaal Landschap Schelde-Durme, Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen, Sector landbouw

2016

In onderzoek

8.6 Analyseren noodzaak tot optimalisering waterkwantiteit en uitwerken maatregelen - thv natuurreservaat Honegem : Molenbeek – Ter Erpenbeek-Zijpbeek; Torensbeek – Sasbeek –Dorebeek - verdere knelpuntenanalyse in andere deelgebieden

Plaatselijke herstel van de hydrologie en waterkwaliteit

Nee

1, 2, 3, 4, 8, 9, 11, 12, 13, 14, 22

6410, 91E0, Bittervoorn, Kamsalamander

Agentschap voor Natuur en Bos

Departement Landbouw en Visserij, Gemeenten, Provincie Oost-Vlaanderen, Provincie Vlaams-Brabant, Regionaal Landschap Groene Corridor, Regionaal Landschap Schelde-Durme, Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen, Sector landbouw, Vlaamse Milieumaatschappij, vzw Natuurpunt

2016

In onderzoek

8.7 Zie actie 5.5 - Onderzoeken en herstellen van optimaal waterbeheer voor behoud en ontwikkeling voor Pimpernelgraslanden

Plaatselijke herstel van de hydrologie en waterkwaliteit

Nee

19, 21

6510

Agentschap voor Natuur en Bos

Agentschap Waterwegen en Zeekanalen, Provincie Vlaams-Brabant, Sector landbouw, Vlaamse Milieumaatschappij, vzw Natuurpunt

2014

In uitvoering

Stand still

19

6510

21

6510

101.1 Analyseren eigendomsstructuur openbare besturen (o.a. Kerkfabrieken en OCMW’s) met oog op mogelijke inschakeling in doelen

Overige inspanning

Nee

1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 17, 19, 20, 21, 22

2330, 3150, 4010, 4030, 6230, 6410, 6430, 6510, 9120, 9130, 9160, 91E0, Bruin blauwtje, Bruine korenbout, Glassnijder, Havik, Hazelworm, Kamsalamander, Keizersmantel, Kleine ijsvogelvlinder, Riviergrondel, Variabele waterjuffer, Vleermuizen-Boslandschap met zeer plaatselijke heidekernen, Vleermuizen-Grasland- en moeraslandschap in beek- en riviervalleien, Vuursalamander, Weidebeekjuffer

Agentschap voor Natuur en Bos

Kerkfabriek, OCMW, Vlaamse Landmaatschappij

2016

In onderzoek

5 Overzichtkaart

De overzichtskaart biedt informatie voor en een stand van zaken over de realisatie van de doelen voor deze SBZ. De verschillende onderdelen zijn te consulteren via een geoloket.

 

 5.1 Synthesekaart

De synthesekaart biedt een samengesteld, vereenvoudigd overzicht van de actuele Europees te beschermen habitats en de oppervlaktes Europees te beschermen habitats onder passend beheer (zie hoofdstuk 3).

In het geoloket wordt de synthesekaart weergegeven met dit symbool 

5.2 Situering van de actuele Europees te beschermen habitats

De kaarten ‘Actueel habitat’ geven indicatief de ligging van de actuele Europees te beschermen habitats in deze SBZ weer, op basis van referentie 9 (zie hoofdstuk 6). De kaart ‘Actueel habitat overzicht’ geeft een overzicht alle actuele habitats. De kaarten ‘Actueel habitat per cluster’ en ‘Actueel habitat per habitat’ maken de actuele habitats respectievelijk in clusters van verwante habitats en voor elk habitat apart zichtbaar.

In het geoloket wordt de kaart: 

  • actueel habitat overzicht weergegeven met dit symbool   
  • actueel habitat per cluster met dit symbool  
  • actueel habitat per habitat met dit symbool 

5.3    Situering van de gebieden beheerd met het oog op de realisatie van de doelen

De kaarten ‘Passend beheer’ (voor definitie, zie hoofdstuk 3) geven indicatief weer welke oppervlaktes Europees te beschermen habitats onder passend beheer zijn bij het ANB, verschillende openbare besturen en de erkende terreinbeherende verenigingen (zie hoofdstuk 3). De kaart ‘Passend beheer overzicht’ geeft het overzicht van alle oppervlaktes onder passend beheer voor habitats. De kaarten ‘Passend beheer per cluster’ en ‘Passend beheer per habitat’ maken de oppervlaktes onder passend beheer respectievelijk in clusters van verwante habitats en voor elk habitat apart zichtbaar.

De huidige kaart geeft de situatie weer in februari 2017.

In het geoloket wordt de kaart :

  • oppervlakte onder passend beheer overzicht weergegeven met dit symbool 
  • oppervlakte onder passend beheer per cluster weergegeven met dit symbool 
  • oppervlakte onder passend beheer per habitat weergegeven met dit symbool 

5.4 Situering van de vegetaties relevant als leefgebied voor Europees te beschermen soorten

Omdat voor de vegetaties relevant als leefgebied voor Europees te beschermen soorten geen terreininventarisatiegegevens bestaan, werd deze kaart opgemaakt door middel van een ruimtelijk model. Dit model werkt op basis van de ecologische karakteristieken van de soort, aangevuld met actuele verspreidingsgegevens en de verbreidingscapaciteit van de soort. De bekomen afbakening vormt op dit moment de best beschikbare benadering van de actuele leefgebieden van de betreffende soorten. Voor een gedetailleerde beschrijving van de methodiek wordt verwezen naar referenties 4, 5 en 6 (zie hoofdstuk 6).

De opmaak ervan was niet voor alle Europees te beschermen soorten mogelijk omdat

  • een aantal mobiele soorten zeer ruime en weinig gedifferentieerde leefgebieden kent (bv. slechtvalk, kokmeeuw);
  • voor de leefgebiedkarakteristieken van bepaalde soorten geen (gebiedsdekkende) kaartlaag voorhanden is (bv. bittervoorn en kleine modderkruiper);
  • voor een aantal soorten de wetenschappelijke kennis en de beschikbare data ontoereikend zijn (bv. vleermuizen).

In het geoloket worden de leefgebieden weergegeven met de symbolen symbool leefgebieden voor het overzicht,  Synthesekaart Groepen voor de groepen en symbool leefgebieden voor de soorten, en dit enkel voor soorten waarvoor de opmaak van de kaarten mogelijk was en waarvoor doelen zijn ingeschreven in het S-IHD-besluit.

5.5 Situering van de aanwezigheid van habitattypische soorten

Onderstaand overzicht geeft indicatief weer welke habitattypische soorten actueel voorkomen per deelgebied op basis van referenties 7 en 8 (zie hoofdstuk 6). Habitattypische soorten zijn soorten die kenmerkend zijn voor één of soms meerdere habitattypes. Voor het bereiken van de regionaal gunstige staat van instandhouding van het habitat, moeten de populaties van de habitattypische soorten, verbonden aan dat habitat, ook in een regionaal gunstige staat van instandhouding worden gebracht of gehouden. Meer gedetailleerde informatie over habitattypische soorten is beschikbaar in referenties 1, 2 en 3 (zie hoofdstuk 6).

 

Situering van de aanwezigheid van habitattypische soorten

Deelgebieden Fauna Flora
BE2300044-1 Boomklever, Bosrietzanger, Bosuil, Dwergmuis, Gaffelwaterjuffer, Grasmus, Grote bonte specht, Havik, Hazelworm, Kleine bonte specht, Middelste bonte specht, Nachtegaal, Sprinkhaanzanger, Vuursalamander, Wespendief, Zwarte specht Aardbeiganzerik, Adelaarsvaren, Bittere veldkers, Bleeksporig bosviooltje, Bloedzuring, Bosanemoon, Bosbingelkruid, Bosereprijs, Bosgierstgras, Boskortsteel, Bosmuur, Bosroos, Boswederik, Boszegge, Dalkruid, Daslook, Donkersporig bosviooltje, Drienerfmuur, Dubbelloof, Echte guldenroede, Eenbes, Eenbloemig parelgras, Framboos, Gevlekte aronskelk, Gewone salomonszegel, Glad walstro, Groot heksenkruid, Grote bevernel, Grote keverorchis, Gulden boterbloem, Gulden sleutelbloem, Heelkruid, Hulst, Kleine maagdenpalm, Knoopkruid s.l., Kraailook, Lelietje-van-dalen, Maarts viooltje, Margriet, Moerasvaren, Muskuskruid, Pilzegge, Rapunzelklokje, Reuzenpaardenstaart, Reuzezwenkgras, Ruig klokje, Ruige veldbies, Struikhei, Tweenervige zegge, Valse salie, Veelbloemige veldbies, Veldlathyrus, Vingerhoedskruid, Wilde hyacint, Wilde kamperfoelie, Witte klaverzuring
BE2300044-2 Bosuil, Hazelworm, Nachtegaal, Vuursalamander, Wespendief, Wielewaal, Zwarte specht Aardbeiganzerik, Adelaarsvaren, Bittere veldkers, Bleeksporig bosviooltje, Bloedzuring, Bosanemoon, Bosbingelkruid, Bosereprijs, Bosgierstgras, Boskortsteel, Bosroos, Boswederik, Boszegge, Dalkruid, Donkersporig bosviooltje, Drienerfmuur, Dubbelloof, Echte guldenroede, Eenbes, Eenbloemig parelgras, Framboos, Gevlekte aronskelk, Gewone salomonszegel, Glad walstro, Groot heksenkruid, Gulden boterbloem, Heelkruid, Hulst, Kleine maagdenpalm, Knoopkruid s.l., Kraailook, Lelietje-van-dalen, Margriet, Moerasvaren, Muskuskruid, Pilzegge, Reuzenpaardenstaart, Reuzezwenkgras, Ruig klokje, Ruige veldbies, Struikhei, Tweenervige zegge, Valse salie, Veelbloemige veldbies, Veldlathyrus, Verspreidbladig goudveil, Vingerhoedskruid, Wilde hyacint, Wilde kamperfoelie, Witte klaverzuring
BE2300044-3 Boomklever, Bosuil, Bruin blauwtje, Grote bonte specht, Havik, Middelste bonte specht Aardbeiganzerik, Adelaarsvaren, Bittere veldkers, Bleeksporig bosviooltje, Bloedzuring, Bosanemoon, Bosereprijs, Bosgierstgras, Boswederik, Dalkruid, Drienerfmuur, Eenbes, Framboos, Gevlekte aronskelk, Gewone salomonszegel, Glad walstro, Groot heksenkruid, Hangende zegge, Hulst, Knoopkruid s.l., Liggend hertshooi, Maarts viooltje, Margriet, Muskuskruid, Pilzegge, Reuzenpaardenstaart, Valse salie, Veldlathyrus, Vingerhoedskruid, Wilde kamperfoelie, Witte klaverzuring
BE2300044-4 Boomklever, Bosrietzanger, Bosuil, Bruin blauwtje, Dodaars, Grasmus, Grote bonte specht, Havik, Kleine bonte specht, Sprinkhaanzanger, Wespendief, Wielewaal Aardbeiganzerik, Adelaarsvaren, Bittere veldkers, Bleeksporig bosviooltje, Bloedzuring, Bosanemoon, Bosbingelkruid, Boszegge, Drienerfmuur, Dubbelloof, Eenbes, Framboos, Gevlekte aronskelk, Gewone salomonszegel, Glad walstro, Groot heksenkruid, Grote keverorchis, Hulst, Kleine maagdenpalm, Kraailook, Lelietje-van-dalen, Margriet, Muskuskruid, Reuzenpaardenstaart, Ruige veldbies, Valse salie, Veldlathyrus, Vingerhoedskruid, Wilde hyacint, Wilde kamperfoelie, Witte klaverzuring
BE2300044-5 Aardbeiganzerik, Adelaarsvaren, Bittere veldkers, Bleeksporig bosviooltje, Bloedzuring, Bosanemoon, Bosbingelkruid, Boszegge, Drienerfmuur, Framboos, Gevlekte aronskelk, Gewone salomonszegel, Glad walstro, Groot heksenkruid, Grote bevernel, Grote keverorchis, Hulst, Kleine maagdenpalm, Lelietje-van-dalen, Margriet, Muskuskruid, Pilzegge, Reuzenpaardenstaart, Reuzezwenkgras, Ruige veldbies, Valse salie, Verspreidbladig goudveil, Wilde hyacint, Wilde kamperfoelie, Witte klaverzuring
BE2300044-6 Grasmus Aardbeiganzerik, Adelaarsvaren, Bittere veldkers, Bleeksporig bosviooltje, Bosanemoon, Boszegge, Drienerfmuur, Gevlekte aronskelk, Gewone salomonszegel, Grote bevernel, Hulst, Lelietje-van-dalen, Margriet, Muskuskruid, Paarbladig goudveil, Pilzegge, Rapunzelklokje, Reuzenpaardenstaart, Reuzezwenkgras, Spekwortel, Valse salie, Verspreidbladig goudveil, Wilde kamperfoelie
BE2300044-7 Bosuil, Kleine bonte specht Adelaarsvaren, Bittere veldkers, Bleeksporig bosviooltje, Bosanemoon, Boszegge, Eenbes, Gevlekte aronskelk, Gewone salomonszegel, Grote keverorchis, Hulst, Kleine maagdenpalm, Lelietje-van-dalen, Muskuskruid, Paarbladig goudveil, Rapunzelklokje, Reuzenpaardenstaart, Spekwortel, Valse salie, Verspreidbladig goudveil, Wilde hyacint, Wilde kamperfoelie, Zilte schijnspurrie
BE2300044-8 Bosuil, Bruin blauwtje, Grote bonte specht Aardbeiganzerik, Adelaarsvaren, Bittere veldkers, Bleeksporig bosviooltje, Bloedzuring, Bosanemoon, Bosbingelkruid, Bosereprijs, Boskortsteel, Boszegge, Dalkruid, Daslook, Donkersporig bosviooltje, Drienerfmuur, Framboos, Gevlekte aronskelk, Gewone salomonszegel, Glad walstro, Groot streepzaad, Grote keverorchis, Grote waterranonkel, Gulden boterbloem, Haaksterrenkroos, Hangende zegge, Heelkruid, Hulst, Kleine maagdenpalm, Knoopkruid s.l., Margriet, Muskuskruid, Reuzenpaardenstaart, Reuzezwenkgras, Ruige veldbies, Valse salie, Veldlathyrus, Waterdrieblad, Wilde hyacint, Wilde kamperfoelie, Witte klaverzuring
BE2300044-9 Bosrietzanger, Bosuil, Bruin blauwtje, Dodaars, Dwergmuis, Grasmus, Grote bonte specht, Havik, Kleine parelmoervlinder, Sprinkhaanzanger, Weidebeekjuffer, Wespendief Adelaarsvaren, Bittere veldkers, Blauwe bosbes, Bleeksporig bosviooltje, Bloedzuring, Bosanemoon, Boskortsteel, Boszegge, Dalkruid, Donkersporig bosviooltje, Drienerfmuur, Dubbelloof, Framboos, Gevlekte aronskelk, Gewone salomonszegel, Glad walstro, Groot streepzaad, Grote keverorchis, Grote veldbies, Grote waterranonkel, Gulden boterbloem, Haaksterrenkroos, Heelkruid, Hulst, Kleine maagdenpalm, Knoopkruid s.l., Lelietje-van-dalen, Liggend hertshooi, Liggende vleugeltjesbloem, Margriet, Muskuskruid, Pilzegge, Reuzezwenkgras, Ruige veldbies, Struikhei, Valse salie, Veelbloemige veldbies, Veldlathyrus, Waterdrieblad, Wilde hyacint, Wilde kamperfoelie, Witte klaverzuring
BE2300044-10 Havik Adelaarsvaren, Blauwe bosbes, Bosanemoon, Dalkruid, Gewone salomonszegel, Hulst, Knoopkruid s.l., Lelietje-van-dalen, Liggend hertshooi, Ruige veldbies, Valse salie, Veldlathyrus, Wilde hyacint, Wilde kamperfoelie
BE2300044-11 Bosrietzanger, Bruin blauwtje, Dwergmuis, Grasmus, Grote bonte specht, Havik, Keizersmantel, Kleine ijsvogelvlinder, Nachtegaal, Vuursalamander, Wespendief Adelaarsvaren, Blauwe bosbes, Bleeksporig bosviooltje, Bosanemoon, Boszegge, Dalkruid, Donkersporig bosviooltje, Drienerfmuur, Dubbelloof, Framboos, Gewone dophei, Gewone salomonszegel, Glad walstro, Grote veldbies, Gulden boterbloem, Hulst, Kleine maagdenpalm, Knoopkruid s.l., Lelietje-van-dalen, Liggend hertshooi, Liggende vleugeltjesbloem, Margriet, Muskuskruid, Pilzegge, Ruige veldbies, Struikhei, Valse salie, Veelbloemige veldbies, Veldlathyrus, Vingerhoedskruid, Wilde hyacint, Wilde kamperfoelie, Witte klaverzuring
BE2300044-12 Bosrietzanger, Bosuil, Dodaars, Dwergmuis, Grasmus, Grote bonte specht, Kleine bonte specht, Kwartel, Nachtegaal, Wielewaal, Zwarte specht Aardbeiganzerik, Blauwe knoop, Bleeksporig bosviooltje, Bloedzuring, Bosanemoon, Boskortsteel, Boszegge, Daslook, Drienerfmuur, Framboos, Gevlekte aronskelk, Gewone salomonszegel, Glad walstro, Goudhaver, Grote bevernel, Gulden boterbloem, Hangende zegge, Hulst, Kleine ratelaar, Knoopkruid s.l., Kraailook, Margriet, Muskuskruid, Rapunzelklokje, Reuzenpaardenstaart, Valse salie, Veldlathyrus, Wilde kamperfoelie
BE2300044-13 Boomklever, Bosuil, Grote bonte specht, Havik, Hazelworm, Middelste bonte specht, Vuursalamander, Wespendief, Wielewaal, Zwarte specht Adelaarsvaren, Bloedzuring, Bosanemoon, Bosereprijs, Bosgierstgras, Boswederik, Boszegge, Dalkruid, Drienerfmuur, Dubbelloof, Gevlekte aronskelk, Gewone salomonszegel, Groot heksenkruid, Grote bevernel, Hulst, Knoopkruid s.l., Lelietje-van-dalen, Muskuskruid, Pilzegge, Ruige veldbies, Struikhei, Valse salie, Veldlathyrus, Vingerhoedskruid, Wilde kamperfoelie, Witte klaverzuring
BE2300044-14 Bergeend, Blauwborst, Boomklever, Bosrietzanger, Bosuil, Braamsluiper, Bruin blauwtje, Bruine korenbout, Dodaars, Dwergmuis, Glassnijder, Grasmus, Grote bonte specht, Havik, Houtsnip, Kleine bonte specht, Kwartel, Nachtegaal, Roodborsttapuit, Sprinkhaanzanger, Variabele waterjuffer, Wespendief, Wielewaal, Zwarte specht Adelaarsvaren, Bleeksporig bosviooltje, Bloedzuring, Bosanemoon, Bosereprijs, Bosgierstgras, Boskortsteel, Boswederik, Boszegge, Daslook, Donkersporig bosviooltje, Drienerfmuur, Eenbes, Framboos, Gevlekte aronskelk, Gewone salomonszegel, Glad walstro, Groot heksenkruid, Groot streepzaad, Grote bevernel, Haaksterrenkroos, Hulst, Kleine maagdenpalm, Knoopkruid s.l., Kraailook, Lelietje-van-dalen, Liggend hertshooi, Liggend walstro, Maarts viooltje, Margriet, Muskuskruid, Rapunzelklokje, Reuzenpaardenstaart, Reuzezwenkgras, Ruige veldbies, Valse salie, Veldlathyrus, Wilde hyacint, Wilde kamperfoelie, Witte klaverzuring
BE2300044-17 Bloedzuring, Bosanemoon, Bosgierstgras, Boszegge, Dalkruid, Donkersporig bosviooltje, Drienerfmuur, Gewone salomonszegel, Groot heksenkruid, Grote bevernel, Grote pimpernel, Grote veldbies, Gulden boterbloem, Knoopkruid s.l., Lelietje-van-dalen, Liggend hertshooi, Margriet, Puntkroos, Ruige veldbies, Valse salie, Veelbloemige veldbies, Veldlathyrus, Vingerhoedskruid, Wilde kamperfoelie
BE2300044-19 Bosrietzanger, Braamsluiper, Bruin blauwtje, Dodaars, Grasmus, Grote bonte specht, Nachtegaal, Sprinkhaanzanger, Wespendief Bloedzuring, Bosanemoon, Bosgierstgras, Boszegge, Drienerfmuur, Gevlekte aronskelk, Gewone salomonszegel, Graslathyrus, Grote bevernel, Grote pimpernel, Knoopkruid s.l., Margriet, Muskuskruid, Rapunzelklokje
BE2300044-20 Boomklever, Bruin blauwtje, Kleine bonte specht Adelaarsvaren, Bleeksporig bosviooltje, Bloedzuring, Bosanemoon, Bosereprijs, Boskortsteel, Boszegge, Gevlekte aronskelk, Glad walstro, Goudhaver, Groot heksenkruid, Groot streepzaad, Grote bevernel, Haaksterrenkroos, Hangende zegge, Hondsviooltje, Hulst, Kleine maagdenpalm, Knoopkruid s.l., Maarts viooltje, Margriet, Pilzegge, Rapunzelklokje, Stomp kweldergras, Veldlathyrus, Vingerhoedskruid, Wilde hyacint, Zilte schijnspurrie
BE2300044-21 Boomklever, Bosrietzanger, Grasmus, Grote bonte specht, Kleine bonte specht, Riviergrondel, Roodborsttapuit, Sprinkhaanzanger, Weidebeekjuffer, Wespendief, Wielewaal, Zwarte specht Blauwe knoop, Bleeksporig bosviooltje, Bloedzuring, Bosanemoon, Boskortsteel, Buntgras, Dalkruid, Donkersporig bosviooltje, Drienerfmuur, Echte guldenroede, Gewone salomonszegel, Glad walstro, Goudhaver, Groot heksenkruid, Groot streepzaad, Groot warkruid, Grote bevernel, Grote pimpernel, Grote waterranonkel, Gulden boterbloem, Haaksterrenkroos, Hulst, Kikkerbeet, Kleine maagdenpalm, Knoopkruid s.l., Kraailook, Lelietje-van-dalen, Liggend hertshooi, Maarts viooltje, Margriet, Moerasviooltje, Muskuskruid, Rapunzelklokje, Schaduwkruiskruid, Slangenwortel, Snavelzegge, Valse salie, Veldlathyrus, Vingerhoedskruid, Wilde kamperfoelie, Witte klaverzuring
BE2300044-22 Boomklever, Bosrietzanger, Bosuil, Grasmus, Grote bonte specht, Havik, Hazelworm, Kleine bonte specht, Middelste bonte specht, Sprinkhaanzanger Aardbeiganzerik, Adelaarsvaren, Bittere veldkers, Bloedzuring, Bosanemoon, Bosbingelkruid, Boskortsteel, Boszegge, Dalkruid, Daslook, Donkersporig bosviooltje, Drienerfmuur, Dubbelloof, Eenbes, Eenbloemig parelgras, Framboos, Gevlekte aronskelk, Gewone salomonszegel, Glad walstro, Groot heksenkruid, Grote keverorchis, Grote veldbies, Gulden boterbloem, Hangende zegge, Heelkruid, Hulst, Kleine maagdenpalm, Knoopkruid s.l., Maarts viooltje, Margriet, Muskuskruid, Pilzegge, Rapunzelklokje, Reuzezwenkgras, Ruige veldbies, Struikhei, Valse salie, Veelbloemige veldbies, Veldlathyrus, Verspreidbladig goudveil, Vingerhoedskruid, Wilde hyacint, Wilde kamperfoelie, Witte klaverzuring

6 Referenties

1.:  Geert De Knijf, Desiré Paelinckx (2012). Typische faunasoorten van de verschillende Natura 2000 habitattypes, in functie van de beoordeling van de staat van instandhouding op niveau Vlaanderen (ref. INBO.A.2013.139)

2.: Adriaens, Dries; Adriaens, Tim; Ameeuw, Griet (2008). Ontwikkeling van criteria voor de beoordeling van de lokale staat van instandhouding van de habitattypische soorten (ref. INBO.R.2008.35)

3: Adriaens, P. & Ameeuw, G. (red) (2008). Ontwikkeling van criteria voor de beoordeling van de lokale staat van instandhouding van de vogelrichtlijnsoorten.  D/2008/3241/287 (ref.INBO.R.2008.36)

4.: Maes et al. (2015). Afbakenen van potentiële leefgebiedenkaarten voor Europese en Vlaamse prioritaire soorten in het kader van de voortoets. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2015. (versie 2.0). (ref. INBO.R.2015.10201559). 

5: : Maes D., Anselin A., De Knijf G., Denys L., Devos K., Gouwy J., Leyssen A., Packet J., Pauwels I., Pollet M., Speybroeck J., Stienen E., Thomaes A., T’jollyn F., Van Den Berge K., Van Landuyt W., Van Thuyne G., Vermeersch G. & Verhaeghe F. (2017). Afbakenen van actueel relevant potentieel leefgebied voor een selectie van Europees prioritaire soorten. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2017 (30) (ref. INBO.R.12602606 . Brussel: Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel.

6.: Dirk Maes, Koen Devos, Anny Anselin, Eric Stienen, David Buysse, Ine Pauwels & Thierry Onkelinx (2016). Advies over de leefgebiedenkaarten van Natura 2000-soorten (ref. INBO.A.3415)

7.: De Knijf, Geert; Vermeersch, Glenn (datum). Advies over de actuele verspreiding van de habitattypische soorten per SBZ-H deelgebied - deel fauna (ref. INBO.A.3233)

8.: Van Landuyt, Wouter; De Knijf, Geert (2014). Advies over de verspreiding van de habitattypische soorten per SBZ-H deelgebied - deel flora (ref. INBO.A.3192)

9. De Saeger, S., Guelinckx, R., Oosterlynck, P., De Bruyn, A., Debusschere, K., Dhaluin, P., ... Paelinckx, D. (2020). Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart, uitgave 2020. (Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek; Nr. 35). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. https://doi.org/10.21436/inbor.18840851